De abdij van Lérins is een middeleeuws klooster op Île Saint-Honorat, een Frans eiland in de Middellandse Zee, vlakbij de kust ter hoogte van Cannes. Het eerste klooster werd er begin 5e eeuw gesticht door de heilige Honoratus van Arles. De meeste gebouwen dateren van de periode tussen de 11e en 14e eeuw. De abdij was eeuwenlang benedictijns. In de 19e eeuw namen cisterciënzers haar over. Sinds 2011 wordt er parallel aan het Filmfestival van Cannes het Festival van de Stilte gehouden.

BEGINTIJD

Sint Honoratus
Het eiland waar de abdij gevestigd is, heette in de Romeinse tijd Lerina. Het eiland, deel uitmakend van een kleine archipel, was onbewoond en stond bekend om zijn grote slangenpopulatie. Sint Honoratus van Arles stichtte er tussen 400 en 410 een monastieke gemeenschap. Aanvankelijk wilde hij er als kluizenaar leven, maar al spoedig kreeg hij volgelingen. Zij vormden een cenobitische communiteit en wilden Honoratus als hun abt. Daaruit groeide volgens Johannes Cassianus vanaf het jaar 427 een “enorm klooster”. De monniken volgden op voorstel van Honoratus de Regel van de Vier Vaders, een oosterse kloosterregel.

Bisschoppen
In de 5e en 6e eeuw had de abdij van Lérins een grote aantrekkingskracht op mannen die een radicaal evangelisch leven wilden leiden. Sint Patrick studeerde er enige tijd voordat hij zijn missiereis naar Ierland ondernam. De abdij leverde drie bisschoppen voor het diocees Arles: Sint Honoratus, Sint Hilarius en Sint Caesarius. Andere diocesen waar een monnik van Lérins aan het hoofd kwam te staan waren Lyon, Riez, Troyes, Cimiez, Genève en Vence.

Vincentius van Lérins
De bekendste monnik van Lérins is wellicht de heilige Vincentius. Deze omstreeks 445 gestorven theoloog schreef een aantal werken waarvan het merendeel verloren is gegaan. Pas in de 16e eeuw werd ontdekt hoeveel verdiensten hij had voor de katholieke dogmaontwikkeling. Zijn bekendste spreuk geeft een criterium voor wat katholiek is: quod ubique, quod semper, quod ab omnibus creditum est (‘wat overal, wat altijd en wat door iedereen geloofd is’).

Saint Nazaire
Een andere beroemdheid is Sint Nazarius, de veertiende abt van Lérins tijdens de heerschappij van koning Chlotharius II (584-629). Hij geldt als verwoed strijder tegen het heidendom aan de Franse kust. Elk spoor van prechristelijke religie wilde hij uitwissen. Zo maakte hij van een oude Venustempel een nonnenklooster.

Regel van Benedictus
In 660 besloot abt Aygulphus de Regel van Benedictus in te voeren. Dat leidde tot protest van de monniken. Uiteindelijk werd aan het einde van de 7e eeuw deze nieuwe kloosterregel aanvaard ten koste van de regel die door Sint Honoratus was ingevoerd. In deze tijd leefden er zo’n 4000 monniken op het eiland.

Verwoest door Saracenen
In de 7e en 8e eeuw was de abdij meerdere malen het object van overvallen en plunderingen. Vooral de Saracenen hielden er flink huis. Nadat zij in 732 door Karel Martel bij Poitiers verslagen waren, trokken ze zich terug in de Provence. Nog in datzelfde jaar werd de abdij bestormd. De vijfhonderd monniken werden meedogenloos afgeslacht. Een van de weinige overlevenden was Sint Elentherius; hij bouwde een nieuw klooster op de ruïnes van het oude.

TWEEDE STICHTING

Nieuwe bloeitijd
In de periode 978-1020 maakte de abdij deel uit van de cluniacenzer kloosterhervorming. Een nieuwe bloeitijd begon. Aan de abdij werden landgoederen en kerken gegeven in de bisdommen Antibes, Aix, Arles, Fréjus, Digne, Senez, Vence, Nice en Ventimiglia. De hertogen van de Provence, de Franse koningen en de pausen gaven de abdij tal van privileges.

Fortificatie
In 1047 sloeg het noodlot opnieuw toe. Opnieuw werd de abdij overvallen door Saracenen. Dit keer werden de monniken als gevangenen meegevoerd naar Spanje. Ze werden vrijgekocht door Sint Ysarnus, abt van Saint-Victor. In de tijd daarna werd de abdij van Lérins zwaar gefortificeerd.

Relieken van stichter
In 1391 werden de relieken van Sint Honoratus vanuit Arles naar Lérins overgebracht. Sindsdien was het eiland een populair bedevaartsoord. Een bezoek leverde pelgrims aflaten op.

Militaire aanwezigheid
In 1400 werd het eiland geplunderd door Genuese piraten. Het was het lekenpersoneel van de abdij die de verdediging in eerste instantie uitvoerde. In latere decennia stuurden vorsten troepen naar de abdij om de monniken tegen indringers te beschermen. Complete verdiepingen werden daarom door militairen ingenomen.

Nieuwe hervorming
In 1464 werd de abdij geplaatst onder een abt in commendam. Deze was soms niet eens een geestelijke. Hij had enkel recht op de opbrengsten van de abdij en haar landgoederen. In 1510 was het Augustinus Grimaldi, de dertiende commendatoire abt, die aan deze constructie een einde maakte. Hij besloot tot een grondige spirituele en disciplinaire hervorming. De communiteit bracht hij onder bij de benedictijnse congregatie van Montecassino.

Aansluiting bij Italiaanse benedictijnen
In 1514 gaf paus Leo X goedkeuring aan de vereniging van Lérins met de congregatie van Sint-Justinus van Padua en Montecassino. In 1533 maakte de Franse koning Frans I deze unie ongedaan. In 1547 herstelde koning Henri II de unie met de congregatie van Sin-Justinus. In 1637 was Lérins kort lid van de Franse congregatie van Sint-Maurus om terug te keren naar de Italiaanse benedictijnse congregatie. Een eeuw later werd Lérins gedwongen om lid te worden van de cluniacenzers.

Spaanse bezetting
In de 16e en 17e eeuw, tijdens de Frans-Spaanse oorlogen, was de abdij door haar ligging van groot strategisch belang. In 1635 werd het eiland door de Spanjaarden veroverd. De monniken werden er verdreven. De Spaanse bezetting duurde twee jaar. Na de herovering door de Fransen keerden de monniken terug uit hun ballingsoord. De Fransen noemden het eiland Île Saint-Honorat, naar de stichter van het klooster.

Secularisatie
In 1788 werd de abdij van Lérins bij koninklijk besluit gesloten omdat er te weinig monniken waren. De landgoederen van de abdij werden toegewezen aan het bisdom Grasse. Tijdens de Franse Revolutie werd het eiland genationaliseerd. Een tijd later werd de abdij verkocht aan een rijke actrice. Zij leefde er twintig jaar.

DERDE STICHTING

Cisterciënzers
In 1859 werd Île Saint-Honorat gekocht door mgr. Jordany, de bisschop van Fréjus. Het was zijn wens dat het oude kloosterfort weer door religieuzen zou worden bewoond. In 1869 namen cisterciënzers van de abdij van Senanque er hun intrek. Tot op de dag van vandaag behoort de abdij tot de Orde van Cîteaux.

Nieuwe gebouwen
De cisterciënzers voegden nieuwe gebouwen aan het kloostercomplex toe, zoals een groot gastenhuis. De abdijkerk uit de 12e eeuw werd gedeeltelijk afgebroken omwille van de bouw van een nieuwe kerk. Die werd in 1928 ingewijd. Het middeleeuwse claustrum, de kapittelzaal en de refter zijn nog steeds in gebruik.

Wijnbouw
De huidige gemeenschap bestaat uit ongeveer 25 monniken. Zij houden zich bezig met wijnbouw en met de productie van onder meer likeuren, honing, olijfolie en lavendelessence.

TRIVIA

Gouden Palm
In het wapen van de abdij van Lérins staat een zilverkleurige palmtak. Dit symbool gaat terug op een legende over een wonder van Sint Honoratus. Toen de heilige op het eiland arriveerde krioelde het van de slangen. Hij bad tot God en de slangen stierven onmiddellijk. Maar de kadavers begonnen zo te stinken dat hem de adem werd benomen. Daarop klom hij in een palmboom en bad hij dat de zee de kadavers zou wegspoelen, wat ook gebeurde.
Het symbool van de zilveren palmtak is ook opgenomen in het wapen van Cannes, dat ooit behoorde tot het domein van de abdij van Lérins. Aan deze palmtak herinnert de Gouden Palm, de voornaamste prijs van het Filmfestival van Cannes.

Festival van Stilte
Sinds 2011 organiseren de cisterciënzers van Lérins parallel aan het Filmfestival van Cannes het Festival van de Stilte. De abdij ontvangt dan gasten uit de filmwereld om hen kennis te laten maken met de monastieke spiritualiteit.