Sint-Aldegondis (630-684), afkomstig uit Henegouwen, wordt vereerd als Frankische kloosterstichteres. 

Aldegonda (Aldegondis) was de dochter van Walbert IV (graaf van Henegouwen en hertog van Neder-Lotharingen) en Bertillia. Een andere dochter van hen was Sint-Waltrudis van Bergen.

Aldegonda werd uitgehuwelijkt aan een Britse vorst. Omdat ze maagdelijk wilde blijven en geheel voor Christus wilde leven, sloeg ze op de vlucht. Bisschop Autbertus van Kamerijk nam haar in bescherming en bood haar onderdak in een klooster.

Zij zou haar kloostergeloften hebben afgelegd tegenover Sint-Amandus, bisschop van Maastricht. Volgens een legende verscheen daarbij een duif, die haar monastieke sluier aanreikte.

Aan Aldegonda is de stichting van de abdij van Mauberge toegeschreven. Van dit klooster zou zij de abdis zijn geweest.

Aldegonda stierf op 13 april 684 aan de gevolgen van een etterende zweren. Lange tijd dacht men dat zij aan kanker had geleden, vandaar dat zij de patrones van kankerpatiënten is. Haar kwaal was echter malse sjanker.

In de iconografie wordt zij vaak voorgesteld als staf dragende abdis.

De liturgische gedachtenis van Sint-Aldegondis is op 30 januari.

Een reliek van haar wordt bewaard in de Sint-Amanduskerk in het Vlaams-Brabantse Wezeren. Andere plaatsen waar zij vereerd wordt zijn Alken, Overwinden en Ezemaal.

In Wallonië is het dorp Mont-Sainte-Aldegonde naar haar vernoemd, omdat daar een kerk stond die aan haar was gewijd. Deze locatie was in de middeleeuwen een heerlijkheid. Een van de heren was baron Filips van Marnix van Sint-Aldegonde (1540-1598), assistent van prins Willem van Oranje.