Sint-Alipius (ca. 515 – ca. 614), Aλυπιος o Στυλιτης, was een zogenoemde styliet of pilaarheilige (Griekse στυλος = ‘pliaar’). Dat waren asceten in de late oudheid die mediteerden in ruïnes, vaak op de bovenkant van zuilen.

Alypios werd omstreeks 515 geboren in Adrianopolis in Paflagonië (het huidige Noord-Turkije aan de Zwarte Zee). Zijn moeder, al vroeg een weduwe, was zeer vroom. Zij gaf al haar bezittingen weg aan de armen, werd diacones en besloot totaal toegewijd aan God te leven in vasten en onthouding. Ze stuurde haar zoon naar bisschop Theodoros, die Alipios schoolde.

Evenals zijn moeder voelde Alypios zich aangetrokken tot de stilte. Hij trok zich terug in een ruïnecomplex, waar hij op de restanten van een heidense tempel een kerk bouwde ter ere van de martelares Eufemia. Naast de kerk liet hij een zuil plaatsen, waar hij zelf op ging zitten om er te bidden.

Alypios bleef volgens de legende nagenoeg zijn gehele volwassen leven op de zuil zitten. Daarmee trok hij veel gelovigen, die hem om raad en gebed verzochten. Ook kreeg hij volgelingen. Bij de pilaar ontstonden twee kloosters, een voor monniken en één voor monialen. Alipios was hun geestelijk leidsman.

Na zijn dood – hij werd 99 jaar – werd zijn lichaam begraven in de Sint-Eufemiakerk. Zijn hoofd werd later overgebracht naar het Koutloumousiou-klooster op de berg Athos.

Sint-Alipius (Hagios Alypios) wordt ook Stilianus de Paflagoniër genoemd.

Alypius wordt vereerd in de katholieke en orthodoxe kerken van de Byzantijnse ritus. Zijn feestdag is 26 november op de Juliaanse kalender (= 9 december op de Gregoriaanse kalender).