Crispinus en Crispianus zijn twee heilige martelaren die leefden in de derde eeuw na Christus. Zij stierven onder keizer Diocletianus de marteldood. Hun liturgische gedachtenis is op 25 oktober.

Leven
Crispinus en Crispianus waren broers uit een voorname Romeinse familie. In het Nederlands taalgebied worden beide broeders tezamen ook wel 'Sint Crispijn' genoemd. Volgens de legende vluchtten zij voor de christenvervolging door keizer Diocletianus naar Gallië. Daar vestigden zij zich nabij de tegenwoordige stad Soissons (Noord-Frankrijk). Zij werkten als schoenmakers en verdienden voldoende geld om van te leven en om te schenken aan de armen. Inmiddels had de vervolging van christenen zich ook uitgebreid tot Gallië. Diocletinanus' medekeizer Maximianus (verantwoordelijk voor het keizerlijk bewind in Gallië) nam de maatregelen tegen christenen in Frankrijk met kracht ter hand. De broers werden uiteindelijk opgepakt op last van prefect Rictiovarus, die hen liet martelen. Zo zou er schoenmakersgereedschap onder hun nagels en in hun huid zijn gestoken en zouden zij met kokend lood zijn overgoten. Legendarisch is ook dat zij afwisselend in vuur en ijskoud water werden gesmeten, om tenslotte, rond 286 na Chr., te worden onthoofd.

Verering
Beide schoenmakers werden vrijwel meteen als heiligen vereerd. Hun voornaamste relieken worden bewaard in Soissons (van welke stad de heiligen schutspatronen zijn). Tot het Tweede Vaticaans Concilie was hun gedenkdag op 25 oktober. Sindsdien is Sint Crispijn een vrije gedachtenis. In de Anglicaanse Kerk worden beide heiligen ook op 25 oktober herdacht.

Patronaat
Sint Crispinus en Sint Crispianus zijn patronen van de schoenmakers, leerlooiers en zadelmakers. Ook de stad Osnabrück stelde zich onder patronaat van de beide heiligen. Een deel van de relieken van Crispinus en Crispianus bevindt zich sinds de twaalfde eeuw aldaar.

Shakespeare
Sint Crispijn komt voor in Shakespeares toneelstuk Henry V. In het stuk houdt de Engelse koning Hendrik V op de dag voorafgaand aan de Slag bij Azincourt een toespraak. Deze slag, in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk, vond plaats op 25 oktober de gedenkdag van Sint Crispijn. De Engelsen wonnen de slag met overmacht. In het oeuvre van Shakespeare is de toespraak even bekend als die van Marcus Antonius bij de baar van Julius Caesar. De bekendste passage uit deze toespraak luidt:

We few, we happy few, we band of brothers;
For he to-day that sheds his blood with me
Shall be my brother; be he ne'er so vile,
This day shall gentle his condition:
And gentlemen in England now a-bed
Shall think themselves accursed they were not here,
And hold their manhoods cheap whiles any speaks
That fought with us upon Saint Crispin's day.