Het begrip gallicanisme staat voor een verzameling van politieke, theologische en kerkrechtelijke opvattingen die voor de Rooms-Katholieke Kerk in Frankrijk (‘Gallia’) meer autonomie opeisten tegenover het toenemende centrale pauselijke gezag in Rome.

Schisma
De strijd, waar de Franse monarchie ten nauwste bij betrokken was, bereikte zijn hoogtepunt in de 17de en 18de eeuw en liep bijna uit op een schisma, vergelijkbaar met de afscheiding van de Engelse Kerk in de zestiende eeuw.

Nationaal belang
Het gallicanisme als stroming wenste de invloed van de paus in te perken ten gunste van de lokale bisschoppen en het nationaal belang van Frankrijk. Daarmee stond het lijnrecht tegenover het ultramontanisme.

Oecumenisch concilie
Voorstanders van het gallicanisme beleden het primaatschap van de paus, maar stelden diens jurisdictie en leergezag onder dat van een Oecumenisch Concilie. Alleen een dergelijke kerkvergadering, waarin alle particuliere kerken vertegenwoordigd zijn, kan onfeilbare en onherroepelijke uitspraken doen, vonden gallicaanse theologen.

Vergelijkbare opvattingen
Verwante theologische stromingen waren het Erastianisme, het Febronianisme en het Josefinisme. De aanduiding ‘gallicanisme’ voor een ecclesiologische opvatting is breder dan de concrete historische manifestatie ervan in het prerevolutionaire Frankrijk. Heden ten dage zijn vergelijkbare (conciliaristische) opvattingen te vinden in de oosters-orthodoxe theologie, het anglicanisme en het oud-katholicsme.