De franciscaan Antônio de Sant'Anna Galvão (1739-1822), beter bekend als Frei Galvão, is de eerste Braziliaan die heilig verklaard werd. Hij is de stichter van het klooster Recolhimento da Luz en stond vooral bekend als een groot prediker, biechtvader en genezer. Hij werd door paus Benedictus XVI op 11 mei 2007 in São Paulo heilig verklaard.

Welvaart
Antônio de Sant'Anna Galvão werd in 1739 geboren in het Braziliaanse Guaratinguetá, in de huidige deelstaat São Paulo. Hij was een zondagskind en leek voorbestemd tot een leven in welvaart en macht. Zijn vader, Antônio Galvão de França, was een Portugese immigrant en een man van aanzien in zijn stad. Zijn moeder, Isabel Leite de Barros, was dochter van rijke fazendeiros (grondeigenaren). Galvão was de achterneef van de beroemde bandeirante (ontdekkingsreiziger) Fernão Dias Pais, die grote delen van Brazilië 'ontdekte'.

Prestige
Antônio groeide met zijn ouders en broers op in een groot en luxueus huis. Zijn ouders genoten groot sociaal prestige en politieke invloed. Vader Galvão wilde zijn zoon een menselijke en culturele vorming geven conform hun economische mogelijkheden en stand. Daarom stuurde hij de jonge Antônio al op 13-jarige leeftijd naar het college van Belém, een school van de paters jezuïeten in Bahia. Daar studeerde ook zijn oudere broer José.

Jezuïeten
Antônio stortte zich in de jaren 1752 tot 1756 op de studie en blonk daarin uit. Hij wilde jezuïet worden, maar zijn vader raadde hem dat af omdat de orde vervolgd werd op bevel van de markies van Pombal. Op advies van zijn vader trad Galvão in bij de orde der franciscanen, in het klooster in Taubaté, niet ver van zijn geboorteplaats Guaratinguetá. Daarmee deed hij afstand van een veelbelovende en invloedrijke wereldlijke toekomst. Op 21-jarige leeftijd begon hij aan zijn noviciaat in het dorp Macacu bij Rio de Janeiro.

Geloften
Op 16 april 1761 deed Galvão zijn plechtige geloften. Ondanks dat hij zijn studie nog niet volledig had afgerond, werd hij een jaar later al tot priester gewijd; een blijk van het vertrouwen dat zijn superieuren in hem stelden. Frei Galvão werd overgeplaatst naar het klooster van de Heilige Franciscus in São Paulo om zich verder te bekwamen in de filosofie en de theologie en zich te wijden aan het apostolaat. In die tijd deed hij een entrega a Maria (toewijding aan Maria), als “eeuwig kind en dienaar”. Die mariale toewijding ondertekende hij op 9 november 1766 met zijn eigen bloed.

Prediker, biechtvader en portier
Na het afronden van zijn studie werd Frei Galvão aangesteld als prediker, biechtvader voor de leken en portier van het klooster. De functie van portier werd erg belangrijk geacht vanwege het contact met de mensen dat de gelegenheid bood tot apostolaat. Galvao werd al snel een gewaardeerd en gewild biechtvader. Regelmatig legde hij te voet lange afstanden af om mensen te bezoeken.

Verschijningen
Tussen 1569 en 1570 werd hij aangesteld als biechtvader van een Recolhimento, een bedevaartsplaats annex klooster in Sao Paolo. Bij deze recolhidas de Santa Teresa, ontmoette hij zuster Helena Maria do Espírito Santo. Zij vertelde hem dat Jezus aan haar verscheen. Die zou haar hebben opgedragen een nieuwe Recolhimento op te richten. Na enkele wijze geestelijken te hebben geconsulteerd, besloot Frei Galvão geloof te hechten aan de verschijningen. Op 2 februari 1774 werd het nieuwe Recolhimento opgericht met Frei Galvão als stichter. Al een jaar later stierf zuster Helena, waardoor Galvao de enige drijvende kracht werd achter de Recolhimentos.

Gehoorzaamheid
Een nieuwe overste van de franciscanen in São Paulo, trok de toestemming voor de nieuwe Recolhimento in. Met het bevel die te sluiten keerde hij zich tegen zijn voorganger. Frei Galvao gehoorzaamde in geloof aan de beslissing van zijn superieur. Onder druk van het volk en de bisschop werd de Recolhimento na een maand weer geopend.

Metselaar
Door het grote aantal roepingen was Galvão genoodzaakt het Recolhimento uit te breiden. Hij hield zich veertien jaar lang persoonlijk met de nieuwbouw bezig (1774-1788) en nog eens veertien jaar met de bouw van de kerk (1788-1802) die op 15 augustus 1802 werd geopend. Frei Galvão was de architect, opzichter en metselaar van het complex. Het gebouw, het huidige klooster van La Luz, is door de UNESCO geplaatst op de lijst van beschermd cultureel erfgoed.

'Pil van Galvao'
Galvão stond ook bekend als geneesheer. Van heinde en verre kwam men naar São Paulo om zich onder zijn behandeling te stellen. Tijdens een van die consulten schreef hij op een papiertje een Latijnse tekst die als volgt vertaald kan worden: “Na de bevalling, o Maagd, zijt gij behouden gebleven: Moeder Gods, spreek voor ons ten beste.” Hij vouwde het kaartje op, tot het de grootte had van een pil en gaf die aan een jongen die op sterven lag wegens een verkramping van de nieren. Na het innemen van de 'pil' verdween de pijn onmiddellijk. De genezende werking van de 'pil' herhaalde zich enige tijd later bij een vrouw die leed onder hevige barensweeën. Kort na het slikken van de 'pil van Galvão', kwam het kind ter wereld. Vanaf dat moment leerde hij ook zijn broeders van de Recolhimento om de pilletjes te maken en die aan noodlijdenden te geven. Die praktijk bestaat tot op de dag van vandaag.

Genezingen
Er worden nog regelmatig onverklaarbare genezingen gemeld op voorspraak van Frei Galvão. Daarvan heeft 30 tot 40 procent te maken met verkrampingen aan de nieren, zwangerschappen en bevallingen. De overige gevallen betreffen genezingen van kanker.

Pelgrims
Op verzoek van de bisschop van São Paulo richtte Frei Galvão in 1811 een nieuw klooster op, de Recolhimento van de Heilige Clara in Sorocaba. Hij verbleef er zelf elf maanden om de nieuwe communiteit op weg te helpen. Door de twee door hem opgerichte communiteiten werden na zijn dood andere kloosters gesticht. Galvão stierf op 23 december 1822. Op verzoek van het volk werd hij begraven in de kerk van de Recolhimento da Luz die hij zelf had gebouwd. Zijn graf bleef door de eeuwen het doel van een eindeloze stoet pelgrims.

Heilig verklaard
Op 8 april 1997 werd hij in de Sint-Pieter in Rome door Johannes Paulus II zalig verklaard. Hij werd daarmee de eerste Braziliaanse zalige. Paus Benedictus XVI erkende op 16 december 2006 een tweede wonder op zijn voorspraak dat de weg opende voor zijn heiligverklaring. Op 11 mei werd hij door paus Benedictus, in aanwezigheid van ongeveer een miljoen pelgrims, heilig verklaard tijdens een eucharistieviering op het terrein van het militaire vliegveld Campo de Marte, net buiten São Paulo.