Israël is een andere naam voor de Bijbelse aartsvader Jakob. Na hem werd het ook de aanduiding van het door JHWH uitverkoren volk. Het heeft in de loop van de geschiedenis ook nog andere betekenissen gekregen.

Het Hebreeuwse woord Jiesjraeel (zie onder) was de naam die Jakob, zoon van Isaak, kreeg nadat hij met een engel had geworsteld bij Peniël (Genesis 32,22-32). De engel gaf hem die naam vanwege zijn worsteling. De naam heeft twee elementen: saara (= 'strijden') en eel ('God'). Het kan zowel 'hij strijdt met God' als 'God strijdt' betekenen.

 

Betekenissen:

  • Israël als aanduiding voor alle nakomelingen van Jakob, Israëlieten genaamd.
  • Israël als naam van het volk dat door Mozes uit Egypte werd geleid.
  • Israël als de natie die onder leiding van Jozua Kanaän innam.
  • Israël als koninkrijk onder Saul, David en Salomo.
  • Israël als het Tienstammenrijk.
  • Israël als het Uitverkoren Volk.
  • Israël als het Joodse volk.
  • Israël als de in 1948 gestichte staat.