Het College van Kardinalen van de Heilige Kerk van Rome neemt een bijzondere positie in binnen de hiërarchische inrichting van de Katholieke Kerk.

Bijstand paus
Kardinalen zijn na de paus de voornaamste hoogwaardigheidsbekleders van de Katholieke Kerk. Zij behoren tot de Kerk van Rome en staan de Bisschop van Rome bij in het bestuur van zowel de plaatselijke kerk van Rome als de Universele Kerk. Alle kardinalen zijn verenigd in het Kardinalencollege (Cardinalium Collegium). Aan dit bijzondere college komt het toe te voorzien in de verkiezing van een nieuwe paus.

Drie orden
Het Kardinalencollege is ingedeeld in drie orden:

  • de episcopale (kardinaal-bischoppen);
  • de presbyterale (kardinaal-priesters);
  • de diaconale (kardinaal-diakens).

De paus heeft aan de kardinalen van de presbyterale en diaconale orde ieder hun eigen titelkerk of diaconie in Rome toegewezen. De kardinaal-bisschoppen zijn de bisschoppen van de suburbicaire bisdommen en de oosterse patriarchen die tot het kardinalaat werden verheven. De oosterse patriarchen hebben hun patriarchale zetel als titel (titulus).

Deken van het college
Het Kardinalencollege wordt voorgezeten door een kardinaal-bisschop: de Cardinalis Decanus. Deze deken heeft het bisdom Ostia als titel, samen met het andere suburbicaire bisdom dat hij reeds als titel had. Als de deken is verhinderd vervangt de subdeken hem. De deken of de subdeken geniet geen enkele bestuursmacht over de andere kardinalen, maar geldt als de primus inter pares ('eerste onder zijns gelijken').

Consistories
De kardinalen staan de paus bij vooral in de consistories, dat zijn vergaderingen van het college die door de paus worden bijeengeroepen. Er zijn gewone en buitengewone consistories. Tot een gewoon consistorie worden alle kardinalen bijeengeroepen, “ten minste zij die in Rome verblijven, ter raadpleging omtrent sommige ernstige aangelegenheden, die evenwel nogal regelmatig voorkomen, of om sommige zeer plechtige handelingen te stellen” (aldus canon 353, §2 van de Codex van Canoniek Recht van 1983). Tot een buitengewoon Consistorie, “dat gehouden wordt wanneer bijzondere noden van de Kerk of de behandeling van meer ernstige aangelegenheden dit raadzaam maken” (canon 353, §3), worden alle kardinalen bijeengeroepen.

Sedisvacatio
Bij het aftreden of de dood van een paus worden alle kardinalen opgeroepen naar Rome te komen. Tijdens de Sedisvacatio wordt het dagelijks bestuur van de Kerk waargenomen door het Kardinalencollege. Echter, het college heeft geen enkele macht die normaliter toekomt aan de paus. Het is verder belast met de voorbereiding van het Conclaaf. Niet alle leden van het Kardinalencollege nemen aan het Conclaaf deel. Alleen de kardinalen die vóór de dood van een paus of diens rechtmatige aftreden de leeftijd van 80 nog niet hebben bereikt hebben het recht om een nieuwe Opvolger van Petrus te kiezen (zie: apostolische constitutie Universi Dominici Gregis nr. 33).