We spreken van ontkerkelijking als steeds meer mensen zich niet langer als lid van een kerkgenootschap beschouwen. Ontkerkelijking is meestal onderdeel van een proces van secularisatie, maar valt er niet mee samen.

Verband met secularisatie
We spreken van ontkerkelijking als steeds meer mensen niet langer als lid van een kerkgenootschap willen worden aangemerkt. Ontkerkelijking is daarmee gelijk aan kerkverlating. Vaak wordt ontkerkelijking verward met Secularisatie. Dat is niet terecht. In het proces van secularisatie verliest de in kerken georganiseerde godsdienst haar greep op de maatschappij. Ontkerkelijking is daarmee weliswaar een mogelijk onderdeel van het secularisatieproces, maar valt er niet mee samen. Het is immers denkbaar, dat de greep van een kerk op scholen, ziekenhuizen, overheidsorganen en het verenigingsleven vermindert (secularisatie), zonder dat dit betekent dat steeds meer mensen die kerk verlaten (ontkerkelijking). In de praktijk versterken secularisatie, ontkerkelijking én ontkerstening elkaar overigens meestal.

Niet hetzelfde als ontkerstening
Ontkerstening is een proces dat leidt tot een toestand waarin de christelijke boodschap niet langer grondslag van cultuur en moraal is. Bij ontkerkelijking zeggen mensen geen behoefte meer te hebben aan het beleven van geloof in kerkverband. Dat zegt nog niets over het geloof van deze mensen. Het kan best zijn dat mensen zich nog steeds laten leiden door de christelijke deugden van geloof, hoop en liefde, maar daarvoor geen kerk nodig hebben. Ontkerkelijking is in dat geval beslist niet hetzelfde als ontkerstening.

Ontkerkelijking in Nederland
Het aantal Nederlanders dat lid is van een kerkgenootschap is tussen 1958 en 1995 sterk afgenomen: van 75 procent in 1958 tot 40 procent in 1995. Na een snelle ontkerkelijking in de jaren zestig, is het proces de laatste jaren enigszins gestabiliseerd. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is er een duidelijke scheidslijn waar te nemen tussen de vooroorlogse en de naoorlogse generaties. Naar alle waarschijnlijkheid zal de ontkerkelijking zich voorlopig doorzetten.

Prognose 2020
In 1997 stelde het Sociaal en Cultureel Planbureau voor Nederland een prognose op van het kerklidmaatschap in 2020. Daarin is rekening gehouden met de stijging van het percentage islamieten in ons land. Dit wordt verwacht:
73 procent van de bevolking zal buitenkerkelijk zijn (nu 59 procent);
10 procent rooms katholiek (nu 20 procent);
7 procent moslim (nu 2 procent);
4 procent Nederlands-hervormd (nu 9 procent);
3 procent gereformeerd (nu 6 procent);
4 procent is net als nu lid van een ander kerkgenootschap.

De cijfers van de Prognose 2020 zijn ontleend aan het rapport 'Secularisatie en alternatieve zingeving in Nederland', Sociaal en Cultureel Planbureau, 1997