Het Oude Testament is een grote verzameling van verschillende joodse geschriften, door de christenen overgenomen en erkend als het eerste deel van hun Bijbel.

Oude en Nieuwe Testament
De Bijbel bestaat voor christenen uit twee hoofddelen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. In de christelijke benaming 'Oude en Nieuwe Testament' heeft het woord 'testament' de betekenis van 'verbond': het gaat om de relatie tussen God en de mensen. Het Oude Testament is een grote verzameling van verschillende geschriften, die grotendeels in het Hebreeuws zijn geschreven. Van oorsprong is het Oude Testament een joods geschrift. De christenen hebben het overgenomen en erkend als Heilige Schrift. Zij hebben aan dit geschrift het in het Grieks geschreven Nieuwe Testament toegevoegd. In het Nieuwe Testament staat Jezus Christus centraal.

Joden: tora of tenach
Joden beschouwen alleen het Oude Testament als Heilige Schrift; zij noemen dit Tora of Tenach. Het woord TeNaCH is samengesteld uit de beginletters van de drie delen van de verzameling: Tora, Nebiim, Chetubim, dat wil zeggen Wet, Profeten en Geschriften. Vaak gebruiken joden ook de term Tora voor het geheel, waarbij het eerste en belangrijkste deel geldt ter aanduiding van de totale Tenach.

Mondelinge overlevering
Voordat de boeken van de Bijbel hun definitieve vorm kregen, hebben de teksten langere tijd eerst mondeling en later ook schriftelijk gecirculeerd in de joodse gemeenschap. De teksten dragen daarom de sporen van opeenvolgende redacties uit verschillende tijden.

Voor en na de ballingschap
Onderdelen van de oudste boeken, onder meer uit de Tora, gaan terug op mondelinge tradities uit het tweede en eerste millennium voor Christus en hebben waarschijnlijk voor of tijdens de Babylonische ballingschap (587 voor Christus) hun eindredactionele vorm gekregen. De jongere boeken van het Oude Testament zijn na de ballingschap geschreven en geredigeerd: ergens tussen 538 en 100 voor Christus.

Tweede eeuw na Christus
De uiteindelijke lijst van geschriften die door de joodse geloofsgemeenschap als heilig en gezagvol wordt erkend - de Tenach dus - is in de tweede eeuw na Christus afgesloten.

Woordvoerders van God
De geschriften van het Oude Testament zijn het werk van auteurs of redacteurs die erkend zijn als woordvoerders van God temidden van hun volk. Velen van hen zijn anoniem gebleven. Een groot deel van hun werk is geïnspireerd door de overleveringen van de gemeenschappen waartoe zij behoorden.

Meerdere boeken
Het Oude Testament bestaat uit 46 boeken van uiteenlopend karakter: verhalen, wetten, geschiedschrijving, gedichten, gebeden, liederen en spreuken.

Joodse en christelijke indeling
De joodse en christelijke indeling en ordening van de boeken verschilt. Hieronder worden eerst beide indelingen gegeven. Daarna wordt het verschil verklaard.

JOODSE INDELING:

1. Tora
Het eerste deel dat de joden binnen Tenach onderscheiden is de Tora, de Wet of het levensoriënterend programma. De Tora omvat de eerste vijf boeken van de Bijbel, waarbij de openingswoorden van deze boeken tevens als hun naam worden aangewend: Beresjit ('In het begin'), Sjemot ('De namen'), Wayyiqra ('Hij noemde'), Bemidbar ('In de woestijn') en Debarim ('De woorden').

2. Nebiim
Op de Tora volgt het tweede deel, Nebiim, dat de Vroege en Late Profeten omvat. Dat zijn boeken waarin profeten optreden of die op naam van profeten staan: Jozua, Rechters, 1-2 Samuël, 1-2 Koningen (de 'Vroege Profeten'); Jesaja, Jeremia, Ezechiël en de Twaalf Kleine Profeten (de 'Late Profeten').

3. Chetubim
Het derde deel van Tenach bestaat uit de Chetubim of overige Geschriften: Psalmen, Job, Spreuken; Ruth, Hooglied, Prediker, Klaagliederen en Ester (de vijf zogenaamde Feestrollen die op de joodse feestdagen worden voorgelezen); vervolgens Daniël, Ezra, Nehemia en 1-2 Kronieken. De ordening van de boeken is circulair: in de kern van de cirkel staat de Tora, daaromheen de cirkel van de Nebiim en ten slotte die van de Chetubim.

CHRISTELIJKE INDELING:

1. Pentateuch
De christenen onderscheiden binnen het Oude Testament vier delen. Het eerste deel is de Pentateuch en komt overeen met de Tora. 'Pentateuch' is Grieks voor 'de Vijf Rollen'. De rollen worden ook wel 'de Vijf Boeken van Mozes' genoemd. De eerste vijf boeken van het Oude Testament worden in de christelijke traditie met hun Grieks-Latijnse naam aangeduid: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. De daaropvolgende boeken ordent men naar chronologie.

2. Historische boeken
Op de Pentateuch volgen de Historische Boeken: Jozua, Rechters, Ruth, 1-2 Samuël, 1-2 Koningen, 1-2 Kronieken, Ezra, Nehemia, Tobit, Judit, Ester en 1-2 Makkabeeën. Deze geschriften gaan over het verleden.

3. Wijsheidsboeken
Het derde deel wordt gevormd door de Wijsheidsboeken of Poëtische Boeken: Job, Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied, Wijsheid van Salomo, Wijsheid van Jezus Sirach. Al deze boeken gaan over het heden.

4. Profetische boeken
De Profetische Boeken vormen het vierde en laatste deel. Ze omvatten de Grote Profeten: Jesaja, Jeremia (met Klaagliederen en Baruch), Ezechiël en Daniël; en de Twaalf Kleine Profeten. De boeken worden verondersteld betrekking te hebben op de toekomst.

Waarom twee indelingen?
Als we willen weten wanneer en waarom de joodse en christelijke indelingen van het Oude testament van elkaar zijn gaan verschillen, moeten we ons verdiepen in de geschiedenis van de zogeheten septuaginta.

Tenach in Griekse vertaling: Septuaginta
Van oudsher zijn er vertalingen van het Oude Testament gemaakt. De oudste is de Septuaginta, waaraan gewerkt werd vanaf de derde eeuw voor Christus. Toen de grote joodse gemeenschap in Alexandrië onder invloed kwam van het hellenisme en de Griekse taal het Hebreeuws en Aramees als omgangstalen had vervangen, kon men vaak de in het Hebreeuws geschreven Tora niet meer begrijpen. Daarom maakte men een vertaling in het Grieks, die bekend werd onder de naam Septuaginta. 'Septuaginta' betekent in het Latijn 'zeventig'. De legende wil namelijk dat het gezelschap van vertalers uit tweeënzeventig vertalers bestond, zes van de oudsten uit elk van de twaalf stammen van Israël.

Septuaginta en joodse canon
De joodse gemeenschap kende in eerste instantie groot gezag toe aan de Septuaginta en aan de iets langere lijst van heilige boeken die in de vertaling was opgenomen. Later werd men zich meer bewust van de verschillen tussen deze Griekse vertaling en de Hebreeuwse grondtekst. Hierdoor daalde de Septuaginta bij de joden in aanzien. Daarbij speelde ook het feit een rol, dat de oudste christelijke geloofsgemeenschappen de Septuaginta-vertaling tot uitgangspunt namen en de christenen en joden uit elkaar groeiden tegen het einde van de eerste eeuw na Christus. De joodse schriftgeleerden die in de tweede eeuw na Christus de definitieve canon of lijst van heilige boeken vaststelden, namen daarom niet de langere Griekse lijst over, maar erkenden alleen de kortere Hebreeuwse lijst van bijbelboeken.

Septuaginta en christelijke canon
De vroege christenen bleven zich op de Septuaginta oriënteren. Zo namen de christenen voor hun canon van het Oude Testament de langere lijst en de ordening van het Oude Testament in vier delen over van de Septuaginta. Daarom bevat de christelijke canon van het Oude Testament méér boeken dan de joodse Tenach.

'Deuterocanonieke boeken'
De deuterocanonieke boeken zijn de boeken die wel in de christelijke lijst van bijbelboeken staan en niet in de Hebreeuwse canon.

Katholieke en protestantse versies van het Oude Testament
In de Reformatie namen de protestanten voor hun versie van het Oude Testament de korte lijst van de joden over en behielden de rooms-katholieken de lange lijst van de Septuaginta. Vandaar dat tot op de dag van vandaag de katholieke Bijbel meer boeken bevat dan de protestantse.

Vertalingen in het Aramees
Naast de Septuaginta-vertaling ontstonden er rond het jaar 0 joodse vertalingen in het Aramees. De joden die in Palestina woonden spraken in die tijd namelijk Aramees en vonden het Hebreeuws van Tenach moeilijk te begrijpen. Daarom vertaalde men Tenach in het Aramees. Er waren verschillende Aramese vertalingen in omloop, die men Targums noemde. Zowel de Septuaginta als de Targums hebben veel invloed uitgeoefend op latere christelijke en joodse vertalingen, net als de Latijnse vertaling van Hiëronymus, de zogeheten Vulgaat.

Moderne talen
In de Reformatie heeft Luther als een van de eersten een vertaling van de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament in een moderne westerse taal, het Duits, gemaakt. Kort daarna volgden de Engelse vertaling door Tyndale en de Nederlandse Statenvertaling.

Masoretische teksten
Van geen enkel geschrift van het Oude Testament is het origineel bewaard gebleven. Hedendaagse vertalingen als de Willibrordbijbel worden gemaakt op basis van de traditionele Hebreeuwse tekst zoals die door zeer secure tekstbezorgers, de masoreten, in de achtste eeuw na Christus is uitgegeven. Van deze masoretische tekst hebben we manuscripten uit de tiende eeuw en later. Deze teksten zijn zeer betrouwbaar, zoals gebleken is uit vergelijking met de Dode Zee-rollen.

Dode Zee-rollen
De Dode Zee-rollen werden in 1947-1955 gevonden in Qumran bij de Dode Zee. De rollen stammen uit de tweede eeuw voor Christus tot de eerste eeuw na Christus en bevatten Hebreeuwse bijbelteksten. Een vergelijking tussen de masoretische teksten en de Dode Zeerollen leert dat de verschillen zeer gering zijn. De joodse overlevering was blijkbaar dermate nauwkeurig, dat er weinig fouten zijn gemaakt bij het kopiëren van de bijbelteksten.

Inhoud van het Oude Testament
De inhoud van boeken van het Oude Testament (inclusief de deuterocanonieke schriften) ziet er in hoofdlijnen als volgt uit.

Genesis
De Pentateuch bestaat deels uit verhalen over de schepping en wording van de wereld, deels uit geschiedschrijving van het volk Israël en deels uit wetten. In het eerste boek, Genesis, wordt verteld over de schepping en over de oergeschiedenis van de wereld en de eerste generaties mensen. Deze algemene geschiedenis wordt al snel toegespitst op één volk: de afstammelingen van Abraham, de Hebreeën of het volk Israël. Over de wording van dit volk gaan de verhalen van de aartsouders (Abraham en Sara, Isaak en Rebekka, Jakob en Rachel en Lea). Zij worden afgesloten met de zegening van de twaalf zonen van Jakob, die van God de naam Israël kreeg; hieruit zullen later de twaalf stammen van Israël voortkomen. Met Jozef, een zoon van Jakob, begint het verblijf in Egypte, waarmee het boek Genesis besluit.

Exodus en Numeri
Het verblijf in Egypte ontaardt in een slavenbestaan en in het boek Exodus volgt het verslag van de uittocht uit Egypte onder leiding van Mozes. De lange tocht door de woestijn en de ontvangst van de Wet op de berg Sinaï staan uitgebreid verteld in Exodus en Numeri.

Leviticus en Deuteronomium
De wetten die Mozes ontvangt, worden voornamelijk beschreven in de boeken Leviticus en Deuteronomium. Met de dood van Mozes, vlak voor de intocht in het beloofde land, eindigt de Pentateuch.

'Vroege profeten'
Het tweede deel van het Oude Testament, de Historische Boeken, wordt gevormd door onder meer de boeken Jozua, Rechters, Ruth, Samuël en Koningen. De Hebreeuwse traditie geeft aan deze groep de verzamelnaam 'Vroege Profeten'. Dit is te begrijpen, omdat profeten als Samuël, Natan, Elia en Elisa in deze boeken een zeer belangrijke rol spelen. Bovendien beschrijven deze boeken niet in de eerste plaats de politieke geschiedenis van het oude Israël, maar geven een profetische visie op die geschiedenis. Anderzijds zijn het historische boeken omdat de verhalen inderdaad berusten op wat in het verleden met Israël gebeurd is. Wel zijn de historische feiten soms moeilijk uit het verhaalde te reconstrueren, aangezien zij in een profetisch-theologische visie zijn opgenomen.

Jozua en Rechters
Zuiver historisch gesproken is de vestiging van de Israëlitische stamgroepen in Kanaän na de lange woestijntocht een langdurige en ingewikkelde geschiedenis geweest. Het boek Jozua stelt deze inneming echter voor als een bliksemoorlog onder eenhoofdige leiding van Jozua. Het boek Rechters laat daarentegen zien dat de inneming van Kanaän en de eerste periode van Israëlitische bewoning in Kanaän gekenmerkt worden door een geleidelijk proces van verovering en integratie. Omdat er in die tijd geen koning of andere eenhoofdige leiding was, trad, telkens wanneer de noodzaak zich voordeed, een charismatische leider naar voren. Dit kon een militair leider, een rechtsprekende persoon of een bestuurder zijn. Deze personen krijgen dan allen de verzamelnaam: rechters of richteren.

De boeken Samuël en Koningen
De twee boeken Samuël verhalen de geschiedenis van Israël op het moment waarop de twaalf stammen die tot dan toe alleen een religieuze eenheid zijn, overgaan tot een staatkundige eenheid onder één leider: de koning. Dat deze overgang met nogal wat moeilijkheden gepaard gaat, blijkt uit de verhalen over de eerste koning Saul en zijn opvolger, koning David (circa 1000 voor Christus). Deze wordt op zijn beurt opgevolgd door Salomo. Na de dood van Salomo valt het koninkrijk uiteen in twee rijken: het Noordrijk of Israël en het Zuidrijk of Juda. Over de geschiedenis van Salomo en over de koningen in deze rijken vertellen de twee boeken Koningen.

Kronieken
De twee boeken Kronieken beschrijven opnieuw de gehele geschiedenis van Adam tot en met de geschiedenis van de twee koninkrijken Israël en Juda: van het prilste begin tot de val van Jeruzalem in 587 voor Christus en de Babylonische ballingschap. Hierdoor hebben we in de Bijbel als het ware twee parallelle geschiedschrijvingen: Jozua tot en met Koningen en 1-2 Kronieken. Vooral grote delen uit 1-2 Samuël en 1-2 Koningen komen overeen met die in 1-2 Kronieken.

Ezra, Nehemia, Tobit, Judit, Ester en Makkabeeën
De boeken Ezra en Nehemia beschrijven de situatie nadat de joden uit de ballingschap in Babylon zijn teruggekeerd. Qua datering zijn de boeken Tobit, Judit en Ester verhalen die mogelijk in de Perzische periode (538-333 voor Christus) zijn ontstaan. De boeken 1-2 Makkabeeën beschrijven ten slotte de vrijheidsstrijd van de joden in de hellenistische periode (333-63 voor Christus).

Job en Prediker
Het derde deel van het Oude Testament bevat grotendeels Wijsheidsboeken, ook wel Poëtische Boeken genoemd. De Wijsheidsboeken bevatten géén geschiedschrijving, maar gaan over vragen en levenswijzen van gelovige mensen. Hoe moeten zij in God geloven in tijden van groot lijden? Dat is het thema van het boek Job. En hoe moeten gelovige mensen hun leven vorm geven in een tijd die onzeker en vol vragen is? Daarover gaat Prediker.

Spreuken, Wijsheid van Salomo en Wijsheid van Jezus Sirach
De boeken Spreuken, Wijsheid van Salomo en Wijsheid van Jezus Sirach proberen wijsheid en geloof te formuleren als antwoord op vragen van gewone gelovigen.

Psalmen
In de Psalmen, het omvangrijkste boek van het Oude Testament, staan gebeden in dichtvorm uit de gehele voorafgaande periode. Het omvat alle soorten van menselijk vragen, zoeken, smeken, klagen en lofprijzen, en is daarmee een inspiratiebron geworden voor velen.

Grote en Kleine Profeten
Het vierde deel van het Oude Testament wordt gevormd door de Profetische Boeken. Ten onrechte heeft men in de traditie het woord profeet opgevat als iemand die de toekomst voorspelt. Het woord profeet betekent letterlijk 'iemand die spreekt namens God'. Profeten beginnen hun optreden dan ook meestal met de zinsnede 'zo spreekt de heer', waarna zij de boodschap van de heer uitspreken; die boodschap is de tekst van het bijbelboek. In tijden van voorspoed treden profeten op om de Israëlieten aan hun trouw jegens God te herinneren. In tijden van tegenslag bemoedigen zij Israël. Zij geven richtlijnen voor de juiste interpretatie van de Wet (Pentateuch of Tora) en proberen die toe te passen op de eigen tijd en situatie. Zo richten de profeten zich in de periode vóór de ballingschap tot hun volk met de mededeling dat het bezit van de Wet niet alleen reden tot zelfbewustzijn is, maar vooral de mensen verplicht zich volgens de voorschriften van de Tora te gedragen. De vele sociale misstanden die zij om zich heen zien stellen zij aan de kaak; de profetische boeken getuigen daarom vaak van een grote sociale bewogenheid.

Bovenstaande tekst werd welwillend voor online publicatie ter beschikking gesteld door de Katholieke Bijbelstichting (KBS) te Den Bosch. De tekst is ontleend aan de 'Inleiding op de Bijbel', opgenomen in de Willibrordvertaling van de Bijbel, uitgave 1995. De redactie van rkk.nl bewerkte de tekst.