Pelgrimeren is reizen naar een heilige plaats. Het verschijnsel wordt ook wel bedevaart genoemd en heeft altijd een sterk moreel of spiritueel karakter. Soms wordt de pelgrimage op eigen initiatief volbracht, soms ook is het de vervulling van een religieuze plicht. In alle wereldgodsdiensten is de pelgrimage een belangrijk onderdeel van de geloofspraktijk. Een bekend voorbeeld in het christendom is de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. In de islam is de hadj, de pelgrimstocht naar Mekka, wellicht het meest bekend.

Etymologie
Het woord 'pelgrimeren' komt uit het Latijn. Daar wordt een pelgrim peregrinus genoemd, een woord dat is samengesteld uit per (door, over, voorbij) en ager (akker). Een pelgrim is dus iemand die door of voorbij de akkers trekt. In het Middelnederlands werd een pelgrim ook wel peregrijmen pellegrijm genoemd.

Van alle tijden en geloven
Pelgrimeren is zo oud als de mensheid. Archeologen hebben aangetoond dat het megalithisch monument van Stonehenge diende als bedevaartsoord. Ook in de klassieke oudheid was het verschijnsel bekend. Gelovigen pelgrimeerden naar tempels, orakels of andere heilige plaatsen. Bedevaarten komen voor in het boeddhisme, het jodendom, de islam, het hindoeïsme en het christendom, als ook in andere, kleinere, godsdiensten als de bahai.

Catharsis
Over het waarom van de pelgrimage is veel geschreven. Een groot aantal godsdienstwetenschappers meent dat het reizen naar een heilige plaats het gevoel versterkt dichter bij het goddelijke te komen. Sommigen beweren dat de reis zelf belangrijker is dan het reisdoel, omdat het onderweg zijn een catharsis kan veroorzaken. Ook is het mogelijk dat de pelgrim uit is op een “historische sensatie”. Met deze term van historicus Johan Huizinga wordt een gevoel aangeduid dat vergeleken kan worden met esthetisch genot. Naast een schoonheidservaring geeft de historische sensatie ook een gevoel van direct contact met het verleden.

Jodendom
Tot de verwoesting van de Tempel in 70 na Chr. kende ook het jodendom pelgrimages. Deze vonden drie keer per jaar plaats en werden de drie pelgrimsfeesten genoemd (Shalosh Regalim). Hun oorsprong lag in de Tora, waar in Exodus 23,17 wordt opgedragen dat “driemaal per jaar al uw mannen (moeten) verschijnen bij God de Heer”. Deze opdracht wordt herhaald in Deuteronomium 16. Het betrof het feest van de Ongezuurde Broden (Pesach, ter nagedachtenis aan de uittocht uit Egypte), Sjavoeot, het Wekenfeest dat zeven weken na Pesach wordt gevierd en Soekot ofwel het Loofhuttenfeest. Op deze feesten trokken de pelgrims naar Jeruzalem om daar in de Tempel te offeren. Na de vernietiging van de Tempel verdween dit voorschrift.

Christendom
In het christendom was het pelgrimeren aanvankelijk uitsluitend verbonden met die plaatsen waar Jezus had geleefd en gewerkt. De oudste verslagen van bedevaarten naar het Heilig Land en Jeruzalem dateren uit de vierde eeuw. Een dergelijke vorm van pelgrimeren werd bijzonder gepropageerd door Sint Hieronymus, de grote kerkvader uit de vierde eeuw.

Sint Helena
Een bijzondere pelgrimstocht ondernam de heilige keizerin Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote. Rond het jaar 325 zou zij een visioen hebben gehad, waarin haar werd opgedragen naar Jeruzalem te reizen om aldaar het Kruis waaraan Christus was gestorven te zoeken. Volgens de oudchristelijke geschiedschrijver Eusebius van Caesarea zou ze het Kruis inderdaad gevonden hebben. Overblijfselen nam ze mee naar Constantinopel en Rome.

Middeleeuwen
In de middeleeuwen was het Heilig Land het voornaamste bedevaartsoord. Vanaf de zesde eeuw werd ook Rome, met het graf van Sint Petrus, een belangrijke bestemming voor pelgrims. Vanaf de elfde eeuw werd de bedevaart naar Santiago de Compostela een voornaam reisdoel, vooral voor boetelingen. Daar bezochten pelgrims het graf van de apostel Jacobus. Daarnaast ontstonden er ook kleinere bedevaartsplaatsen, zoals reliekschrijnen van bepaalde heiligen, of iconen of beelden waaraan een zekere wonderdadigheid werd toegeschreven. Alleen al in Nederland waren in de middeleeuwen honderden van dat soort plaatsen. De voornaamste was de Amsterdam, vanwege het Mirakel van 1345.

Aflaten
Aan het volbrengen van bepaalde pelgrimages was het verkrijgen van aflaten verbonden. Dat gold bijvoorbeeld voor pelgrimages naar het Heilig Land. Ook de pelgrims die in Rome in één dag de zeven hoofdkerken bezochten konden daarmee een aflaat verdienen.

Mariaverschijningen
Na de middeleeuwen bleven Jeruzalem, Rome en Santiago populaire bedevaartsbestemmingen. In de moderne tijd kwamen er vele bij. Zo zou in 1531 in Mexico-Stad Maria verschenen zijn aan de bekeerde Azteek Juan Diego Cuauhtlatoatzin. Sindsdien is Onze Lieve Vrouwe van Guadalupe een bedevaartsoord. Anno 2010 trok dit heiligdom ruim 20 miljoen pelgrims, waarmee het tegenwoordig veruit de grootste bedevaart is. Van later datum zijn de Mariaverschijningen in Lourdes (Frankrijk, 1858) en Fátima (Portugal, 1917). Beide plaatsen trekken sindsdien ook veel pelgrims. Omstreden zijn de Mariaverschijningen in het Bosnische Medugorje, die vanaf 1981 zouden hebben plaatsgevonden. Hoewel deze verschijningen niet canoniek erkend zijn, is Medugorje ook een populair bedevaartsoord geworden.

Nederland
In Nederland zijn door het Meertensinstituut meer dan zeshonderd bedevaartsoorden geïdentificeerd. Tot de bekendste behoren Heiloo, Schiedam, Maastricht en 's-Hertogenbosch. In Heiloo wordt Onze Lieve Vrouwe ter Nood vereerd en de aldaar gelegen waterput (de Runxputte) zou geneeskrachtig water bevatten. In Schiedam bevindt zich het graf van Sint Liduina van Schiedam. Veel pelgrims trekken daarnaast naar de Zoete Moeder in 's-Hertogenbosch of naar Onze Lieve Vrouwe Sterre der Zee in Maastricht. Net over de Nederlands-Duitse grens ligt Kevelaer. De aldaar bewaarde wonderdadige afbeelding van Maria trok tot de Tweede Wereldoorlog jaarlijks veel Nederlandse pelgrims.

Patroonheiligen
Patroonheiligen van de Pelgrims zijn Sint Jacobus, Sint Bona, Sint Julianus, Sint Valentius, Sint Geertruida en de heilige Drie Koningen.

Protestantisme
Na de Reformatie bleef het pelgrimeren een uitsluitend katholieke aangelegenheid. Binnen het protestantisme komt het verschijnsel niet voor, al zijn er wel protestanten die als toerist bijvoorbeeld Luthersteden als Wittenberg of Erfurt bezoeken.

Boeddhisme
De bekendste bedevaartplaatsen van het boeddhisme liggen in India, maar ook in andere landen waar het boeddhisme aanhangers heeft. De belangrijkste oorden zijn vier plaatsen die samenhangen met het leven van Boeddha: Lumbini (geboorteplaats van Boeddha), Bodhgaya (plaats van de verlichting van Boeddha), Sarnath (plaats van de eerste lering), Kushinagara (waar Boeddha overleden is). Ook China en Tibet kennen hun eigen heilige plaatsen. Vaak zijn dat tempels, maar soms ook bergen, zoals Wutai Shan in China. Op de bedevaartsplaatsen kunnen verschillende devotionele activiteiten worden ondernomen. Deze bestaan uit het buigen voor Boeddha, het offeren van kaarsjes, wierook of bloemen of het overdenken van de Dharma, de leer van Boeddha. Ook het maken van goede voornemens kan behoren tot een boeddhistische bedevaart.

Islam
De pelgrimage naar Mekka (de Hadj) geldt als een van de vijf zuilen van de islam. Deze bedevaart moet worden uitgevoerd in Dhul Hijja, de twaalfde maand van de islamitische kalender. Iedere moslim die zich dit kan veroorloven is gehouden minstens één keer in zijn leven deze bedevaart te maken. De hadj zelf is omgeven met verschillende voorgeschreven rituelen. Daarbij hoort het zeven keer rond de Ka'aba (het centrale heiligdom van de islam) te lopen. Men bidt altijd in de richting van de Ka'aba, of wanneer men niet in Mekka is, in de richting van Mekka.

Wereldlijke pelgrimages
In de geseculariseerde wereld kan het pelgrimeren ook een niet-religieuze betekenis hebben. Zo is het een bekend feit dat veel reizigers naar Santiago de Compostela geen godsdienstige motieven hebben, maar worden gedreven door de 'zoektocht naar het zelf'. Ook wordt er van pelgrimage gesproken als mensen op weg gaan naar plaatsen die gelieerd zijn aan hun idool, zoals een popster. Het bekendste voorbeeld daarvan is Graceland in Memphis (Tennessee, VS), het landgoed van Elvis Presley.