De basiliek van Santa Maria Maggiore is een van de vier grootbasilieken in Rome en behoort tot de zeven pelgrimskerken van diezelfde stad. De basiliek is gelegen op Cispius, een van de toppen van de Esquilijnse heuvel. Haar naam, Maria de Meerdere, dankt de basiliek aan het feit dat het de grootste is van de ongeveer tachtig aan Maria gewijde kerken die de stad Rome kent.

Liberius
De eerste kerk op deze plek zou gebouwd zijn op last van paus Liberius (352-366). De basiliek wordt daarom ook wel 'Liberiaanse basiliek' genoemd, of Santa Maria Liberiana. Dat de naam van paus Liberius is verbonden aan deze basiliek is vooral te danken aan een legende over mysterieuze sneeuwval in augustus.

Sneeuwmirakel
In de nacht van 4 op 5 augustus 352 verscheen in een droom Maria aan de grondeigenaar van de Equilijnse heuvel, de patriciër Johannes. Zij droeg hem op om een basiliek te harer ere te doen verrijzen op de heuvel. Op 5 augustus bleek het gesneeuwd te hebben, precies op de plek die de Heilige Maagd kennelijk in gedachten had voor de nieuw te bouwen kerk. Paus Liberius zou nog diezelfde dag het grondplan van de kerk hebben uitgetekend in de sneeuw. Hoewel dit verhaal zeker legendarisch is, geldt 5 augustus als de kerkwijdingsdag van de basiliek. Aan de legende dankt de basiliek een derde naam: die van Maria-ter-Sneeuw. Ieder jaar worden tijdens het feest van de kerkwijding witte rozenblaadjes gestrooid, ter herinnering aan het mirakel.

Sixtus III
Historici zijn het erover eens dat de eerste basiliek op deze plaats later werd gebouwd en wel rond 435 op last van paus Sixtus III (432-330). Een inscriptie boven de triomfboog voor de toegang tot het hoofdschip herinnert aan de rol van deze paus: Sixtus Episcopus plebi Dei(‘Sixtus, bisschop van het volk van God’). De kerk was een van de eerste die gewijd werd aan Maria, kort nadat het Concilie van Efeze Maria had uitgeroepen tot Moeder van God. De huidige basiliek is nog geheel volgens het originele grondplan, zij het dat de kerk regelmatig werd aangepast, bijvoorbeeld na de grote aardbeving van 1348, waarbij de basiliek zeer ernstig werd beschadigd.

Verschillende restauraties
Ingrijpende restauraties van de basiliek vonden plaats onder de pausen Eugenius III (1145-1153, na de eerder genoemde aardbeving), Nicolaas IV (1288-1292), Clemens X (1670-1676) en Benedictus XIV (1740-1758). Tijdens de laatste restauratie ontstond de huidige façade van de kerk.

Architectuur
De basiliek heeft een structuur die sterk doet denken aan die van de basilieken uit de Romeinse keizertijd. Lange tijd is gedacht dat het gebouw er al stond ten tijde van de hoogtijdagen van het Romeinse keizerrijk. Later archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat er geen redenen zijn dat daadwerkelijk aan te nemen. Het gebouw heeft een groot middenschip en twee zijschepen waarop zich twee identieke koepels bevinden. De marmeren pilaren waarop de constructie rust zijn ouder dan de basiliek zelf. Zij zijn waarschijnlijk afkomstig uit een ouder Romeins bouwwerk. De klokkentoren stamt uit de veertiende eeuw en is met vijfenzeventig meter de hoogste van Rome.

Mozaïeken
Bijzonder aan het interieur zijn de mozaïeke vloeren die gedeeltelijk nog stammen uit de vijfde eeuw. De afbeeldingen van Maria behoren tot de oudste verbeeldingen van de Heilige Maagd ter wereld. Maria is hier afgebeeld als Theotokos (Θεοτοκος = 'Godbaarster' of 'Moeder Gods'). De eerder genoemde triomfboog is ook geheel belegd met mozaïeken met voorstellingen uit het leven van Maria en Jezus. De mozaïeken in het hoofdschip verbeelden verhalen uit het Oude Testament.

Geboortecrypte
Onder het hoogaltaar van de basiliek bevindt zich de zogenoemde geboortecrypte (ook wel Bethlehemcrypte genoemd). In een kostbare reliekhouder, ontworpen door Giuseppe Valadier, wordt hout bewaard dat volgens de overlevering afkomstig zou zijn van de kribbe waarin Jezus na zijn geboorte werd gelegd. In deze crypte bevindt zich ook het graf van de heilige kerkleraar Hieronymus.

Sixtijnse kapel
In de basiliek is ook een Sixtijnse kapel genoemd naar paus Sixtus V (1585-1590) en niet te verwarren met de Sixtijnse kapel in het Vaticaan die gebouwd werd door paus Sixtus IV. De kapel werd ontworpen door Domenico Fontana en bevat de graven van paus Sixtus V en diens vroegere beschermheer paus Pius V. Nog drie andere pausen vonden in deze basiliek hun laatste rustplaats.

Salus Populi Romani
In de Borghesekapel in de basiliek wordt een bijzondere icoon bewaard. Het betreft een van de oudste geschilderde afbeeldingen van Maria met kind. Volgens de legende zou de beeltenis een rol gespeeld hebben bij het afwenden van een plaagepidemie. De beeltenis wordt daarom Salus Populi Romani (‘gezondheid van het Romeinse volk’) genoemd. Over de ouderdom van de afbeelding bestaat geen overeenstemming. Vermoedelijk is de icoon ouder dan duizend jaar. Volgens een legende zou het portret van de Madonna met kind nog geschilderd zijn door de evangelist Sint Lucas. Daarmee is het een van de afbeeldingen die aan de evangelist wordt toegeschreven.

Pauselijke basiliek
De Santa Maria Maggiore is een pauselijke basiliek. De pausen hebben dus een bijzondere band met deze kerk. Jaarlijks celebreren zij hier de Mis op het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming. Paus Franciscus bracht daags na zijn verkiezing op 13 maart 2013 een bezoek aan deze basiliek om Maria te bedanken. De kerk wordt bestuurd door een aartspriester, doorgaans een titulaire aartsbisschop die tot kardinaal is verheven. Tot 1964 was de Latijnse patriarch van Antiochië qualitate qua aartspriester van de Santa Maria Maggiore. Sinds jaar en dag zijn de Spaanse koningen erekanunnik van het kapittel van deze basiliek. Paus Franciscus heeft een bijzonder band met de Santa Maria Maggiore. In de vroege ochtend na zijn verkiezing op 13 maart 2013 kwam hij er met een boeketje bloemen de Moeder Gods danken en eren. Ook brengt hij na elke buitenlandse reis die hij maakt, een bezoek aan het Maria-altaar.