Simeon is een Bijbelse figuur, die alleen in het Evangelie van Lucas wordt genoemd. Deze oude man zag hoe het kind Jezus in de Tempel van Jeruzalem aan God werd opgedragen. Hij geloofde dat Jezus de langverwachte Messias was.

Messias
In het tweede hoofdstuk van het Lucas-evangelie staat dat er in Jeruzalem een zekere Simeon woonde, die een rechtvaardig en vroom man was. Hij leefde in de verwachting dat de verlossing van Israël nabij was. Door de Heilige Geest was hem geopenbaard dat hij niet zou sterven voordat hij de Messias had gezien.

Nunc dimittis
Simeon werd, zo vervolgt Lucas, door de Heilige Geest naar de tempel van Jeruzalem geleid. Daar zag hij hoe Jozef en Maria hun kind aan God opdroegen. Simeon nam daarop Jezus in zijn armen en sprak een lofprijzing uit. De tekst daarvan kreeg in de Romeinse liturgie de naam: Nunc dimittis. Daarin vraagt de oude Simeon hem in vrede te laten sterven, omdat hij het 'heil van alle volken' en de 'glorie van Israël' met eigen ogen heeft mogen aanschouwen.

Maria
Na zijn lofprijzing zegende Simeon de Heilige Familie. Tegen Maria zei hij: 'Deze jongen zal velen in Israël ten val brengen of laten opstaan. Hij zal een omstreden teken zijn – ook door uw ziel zal een zwaard gaan – en zo zal onthuld worden wat er in veler harten omgaat' (Lc. 2: 34.35, Willibrordvertaling 1995).