De Nederlandse norbertijn Werenfried van Straaten (1913-2003), bijgenaam De Spekpater, was de oprichter en voorman van de internationale hulporganisatie Kerk in Nood/Oostpriesterhulp.

Norbertijn
Philip van Straaten werd geboren in 1913 in Mijdrecht als zoon van een onderwijzer. Zijn vader wilde niet dat Philip priester werd omdat zijn twee broers al bij de Orde der Augustijnen waren ingetreden. Zelf was Philip het liefst kunstschilder geworden, maar hij voldeed aan de wensen van zijn ouders en volgde een studie klassieke talen. Het was een grote verrassing toen Philip in 1934 toetrad tot de Orde der Premonstratenzers (norbertijnen) in de Abdij van Tongerlo (België), vooral omdat hij kort daarvoor verliefd was geworden. In het klooster nam hij de religieuze naam Werenfried aan, dat in het Germaans ‘bewaker van de vrede’ betekent.

Priester
Zijn gezondheid raakte na het oplopen van tuberculose zo verzwakt dat hij op het punt stond medisch afgekeurd te worden voor het leiden van een actief priesterleven. De abt besloot de frater in de abdij te houden en benoemde hem tot zijn secretaris. In deze functie was hij hoofdredacteur van het norbertijnentijdschrift Toren. Op 25 juli 1940 werd hij tot priester gewijd.

Artikel
De eerste keer dat de jonge pater naar buiten trad was toen hij met kerst 1947 een artikel schreef met de titel Vrede op aarde? Geen plaats in de herberg. Daarin riep hij het Belgische volk op om de 14 miljoen thuisloze Duitsers te helpen die na de Tweede Wereldoorlog uit de oostelijke regio’s waren verbannen. Ruim 6 miljoen van hen waren katholiek.

Spekpater
Het artikel ontketende een enorme golf van gulheid en offerbereidheid onder de Belgen en later ook onder de Nederlanders. Een van de eerste dingen die pater Werenfried aan het Belgische volk op het platteland vroeg was spek, zodat hij op zijn minst de enorme lichamelijke honger van de vluchtelingen kon stillen. Hij realiseerde zich namelijk al snel dat de plattelandsmensen waarschijnlijk niet over veel geld zouden beschikken, maar wel degelijk over voldoende voedsel dat ze konden en wilden delen. Pater Werenfried zamelde zoveel spek in dat hij al gauw de bijnaam 'Spekpater' kreeg. Het was het begin van de organisatie Kerk in Nood/Oostpriesterhulp.

Rugzakpriesters en kapelwagens
Vanaf 1948 werkte pater Werenfried nauw samen met mgr. Adolf Kindermann. Deze hulpbisschop van het West-Duitse bisdom Hildesheim was verantwoordelijk voor een vluchtelingenorganisatie en voor een seminarie voor vluchtelingen uit het oosten in Königstein im Taunus. In deze stad zou het hoofdkwartier van Kerk in Nood komen. Pater Werenfried lanceerde er zijn programma om vervoersmiddelen ter beschikking te stellen voor de vele ‘rugzakpriesters’: katholieke priesters onder de vluchtelingen die probeerden om hun verstrooide gelovigen te dienen in het door de oorlog verwoeste Duitsland. In 1950 financierde hij de eerste ‘kapelwagens’: omgebouwde bussen die als mobiele kerken dienden, waardoor katholieke vluchtelingen konden deelnemen aan de eucharistie. Pater Werenfried bleek bij dit alles een briljante organisator, een krachtige spreker in het openbaar en een bijzonder succesvolle volksmissionaris. Hij preekte met gemak zo’n 90 keer per maand in diverse kerken en erkende vrolijk dat bedelen zijn ware roeping was.

De Echo
In 1953 verscheen Werenfrieds eerste kleine handschreven nieuwsbrief De Echo. Tegenwoordig verschijnt de Echo der Liefde tweemaandelijks in zeven talen met in totaal 700.000 exemplaren.

Hongarije
In 1956, tijdens de Hongaarse opstand, reisde pater Werenfried naar Boedapest waar hij kardinaal József Mindszenty ontmoette, die zojuist was vrijgelaten uit de gevangenis. Het was het begin van een hulpvloed voor de Kerk in Hongarije. In 1959 reisde pater Werenfried door Azië voor bezoeken aan vluchtelingengebieden en voor een ontmoeting met Moeder Teresa in haar ‘Huis van de Stervenden’ in Calcutta.

Jaren zestig
In 1960 werd zijn eerste boek gepubliceerd: ‘Ze noemen mij Spekpater’. In 1962 nam pater Werenfried deel aan het Tweede Vaticaans Concilie als peritus oftewel deskundige. Hij ontmoette 60 bisschoppen van achter het IJzeren Gordijn die direct of indirect hulp ontvingen van Kerk in Nood/Oostpriesterhulp. In 1965, tijdens de Simba Opstand, bezocht pater Werenfried Belgisch Congo. Een jaar later stichtte hij samen met de Belgische moeder Hadwych de religieuze gemeenschap ‘Dochters van de Verrijzenis’. Het was in zekere zin een unieke congregatie, omdat deze open stond voor jonge Afrikaanse vrouwen zonder vooropleiding. In 1969 publiceerde pater Werenfried zijn boek Waar God schreit.

Na de Val van de Muur
Met het ineenstorten van de communistische regimes in Oost-Europa kreeg het werk van Kerk in Nood een nieuwe dimensie. In vele landen van het voormalige communistische blok werd pater Werenfried nu hartelijk welkom geheten. Hij verdubbelde de inspanning van Kerk in Nood voor deze regio. Het was nu veel gemakkelijker geworden om de behoeftige Kerk te helpen op te staan uit de ruïnes, en om het pastoraat en de evangelisatie in de voormalige communistische landen te herbouwen.

Oekraïens Grieks-katholieken
Op 30 maart 1991 keerde het geestelijk hoofd van de Oekraïens Grieks-katholieke Kerk, kardinaal Myroslav Ivan Lubachivsky, terug van zijn gedwongen verblijf in Rome. Pater Werenfried reisde met hem mee, en tegenover honderdduizenden gelovigen beloofde hij hem het kerkelijk leven in Oekraïne te helpen herbouwen. Gedurende zijn hele leven had pater Werenfried bijzondere aandacht voor de steun aan de Oekraïense Grieks-katholieken. In 1946 was hun kerk door de communisten opgeheven. Tot aan het ineenstorten van het communistische regime hadden de gelovigen ernstige represailles en strafmaatregelen ondergaan, en pater Werenfried had hen geholpen hun ondergrondse kerk in leven te houden.

Russisch-Orthodoxe Kerk
Voor pater Werenfried begon na de Val van de Muur een bijzonder nieuw hoofdstuk in zijn verzoeningswerk met het stimuleren van betere relaties tussen de Katholieke Kerk en de Russisch-Orthodoxe Kerk. In 1992 riep hij op tot verzoening tussen de gescheiden christenen en vroeg de katholieken hun orthodoxe zusterkerk te helpen. Net zoals hij na de oorlog preekte om de vijanden van gisteren lief te hebben, verkondigde hij nu verzoening om het Grote Schisma van 1054 te overwinnen. In 1992 ontmoette hij in Sint Petersburg en Novgorod de orthodoxe patriarch Alexej II van Moskou en andere Russische bisschoppen. Daarbij werd overeengekomen dat Kerk in Nood de Russisch-Orthodoxe Kerk zou bijstaan met een aantal concrete hulpmiddelen. Daaronder vielen later ook de ‘kapelboten’, gebaseerd op het voorbeeld van de vroegere kapelwagens, om de sacramenten naar uitgestrekte kerkloze trajecten van de Wolga- en Donrivieren te brengen.

Fatima
In 1993 sprak pater Werendfried op de Wereldjongerendagen in Denver in Amerika. In 1997 markeerde een bedevaart van 5.000 vrienden, weldoeners en medewerkers van Kerk in Nood naar Fatima in Portugal. Het was de 50ste verjaardag van Kerk in Nood en de 80ste verjaardag van de Maria-verschijningen in Fatima. Daarbij hernieuwde pater Werenfried de toewijding van zijn charitatieve instelling aan het Onbevlekt Hart van Maria.

Johannes Paulus II
In het jaar 2000 vierde pater Werenfried zijn diamanten priesterjubileum. Vanwege het Jubeljaar werd een bedevaart naar Rome georganiseerd voor vrienden en weldoeners. Paus Johannes Paulus II begroette pater Werenfried en bedankte hem namens de Kerk voor zijn levenswerk. Eind juni 2001 ontmoette pater Werenfried de Poolse paus gedurende diens pastoraal bezoek aan Oekraïne. In 2002 vond van 22 tot 28 april in Königstein en later in Rome de allereerste ontmoeting plaats van alle geestelijk assistenten en leiders van Kerk in Nood met pater Werenfried. Op 27 april ontving de paus de mensen van Kerk in Nood in zijn privékapel voor de eucharistie. Johannes Paulus II overhandigde pater Werenfried toen zijn eigen paaskaars.

Overlijden
Na een korte maar ernstige ziekte overleed pater Werenfried op 31 januari 2003 in zijn woonplaats Bad Soden, Duitsland. De uitvaart vond plaats op 7 februari in de kathedraal van Limburg an der Lahn. De hoofdcelebrant was de prefect van de Romeinse Congregatie voor de Clerus, kardinaal Dario Castrillón Hoyos. Daarnaast waren kardinaal Joachim Meisner van Keulen, bisschop Franz Kamphaus van Limburg en talrijke andere bisschoppen en priesters uit de hele wereld aanwezig. Pater Werenfried werd begraven in Königstein.

Bron: kerkinnood.nl