In de universele catechismus van de Katholieke Kerk wordt gewezen op een oude christelijke overlevering volgens welke de Bijbel een tweevoudige betekenis heeft: de letterlijke en de geestelijke betekenis. De laatste wordt weer onderverdeeld in de allegorische, morele en anagogische betekenis.

Paulus
De traditie om een onderscheid te maken tussen een letterlijke en een geestelijke betekenis van de Bijbel gaat terug op de Bijbel zelf. Sint Paulus en andere apostolische auteurs interpreteren Schriftuurlijke passages in het licht van Christus. Verhalen en profetieën in het Oude Testament krijgen daardoor een nieuwe betekenis. Daarmee verwierpen de nieuwtestamentische schrijvers de letterlijke betekenis niet, maar veronderstelden ze deze.

Kerkvaders en Scholastiek
De Kerkvaders namen de apostolische traditie van de tweevoudige betekenis over en werkten deze verder uit. In de Scholastiek, de intellectuele bedrijvigheid van de middeleeuwen, werd de traditie omgewerkt tot een wetenschappelijke methode. Het kerkelijk leergezag heeft de tweevoudige betekenis van de Schrift tot katholieke doctrine gemaakt. In de Catechismus van de Katholieke Kerk wordt deze leer uitgelegd in de nummers 115 tot en met 119.

Vier niveaus
Naast de letterlijke betekenis is er de drievoudige geestelijke betekenis: de allegorische, morele en anagogische betekenis. De catechismus citeert de 13e eeuwse dominicaan Augustinus de Dacia die in zijn geschrift Rotulus pugillaris deze vier niveaus uitlegt door middel van een dichtregel:

Littera gesta docet, quid credis allegoria,
moralis quid agas, quo tendas anagogia.

'De letter leert de gebeurtenissen, de allegorie wat je moet geloven,
de moraal wat je moet doen, de anagogie wat je moet nastreven.'

Letterlijke betekenis
De letterlijke betekenis van de Schrift vormt volgens Sint Thomas van Aquino de basis van alle andere betekenissen (S.Th.1,1,10 ad1). Als bijvoorbeeld in Genesis staat dat Abraham bij de Eik van Mamre bezoek krijgt van drie mannen (Gen. 18,1-15), dan bedoelt de auteur precies dat: dat Abraham bezoek kreeg van drie mannen. Of die drie mannen hem daadwerkelijk hebben bezocht doet niets af aan de letterlijke betekenis van deze tekst. Letterlijkheid is dus niet hetzelfde als historiciteit. Bijbelexegeten proberen te achterhalen wat de brontekst is en wat die in eerste instantie wil zeggen. Een exegeet wil weten of bijvoorbeeld in Gen. 18 er überhaupt wel sprake is van een boom en zo ja of dat een eik betreft of eiken, (een) terebint(en) of andere bomen. Dan onderzoekt hij of de betreffende boom bijvoorbeeld een cultische of symbolische betekenis had. Vervolgens worden er verbanden gelegd met de gebeurtenis die bij die boom plaatsvinden en wordt onderzocht of die boom een bepaalde functie in het verhaal heeft. Exegese is een ingewikkelde wetenschap omdat alle woorden en zinnen pas kunnen worden begrepen vanuit hun oorspronkelijke context. De vraag is natuurlijk of die context ooit nog te achterhalen is.

Geestelijke betekenis
Dat de Heilige Schrift naast een letterlijke betekenis ook een geestelijke betekenis heeft wordt in de Catechismus verklaard: “Dankzij de eenheid in het heilsplan van God kan niet alleen de tekst van de Schrift, maar kunnen ook de werkelijkheid en de gebeurtenissen waarover zij spreekt, tekenen zijn” (# 117). Er worden drie geestelijke betekenissen onderscheiden:

  1. Allegorische betekenis;
  2. Morele betekenis;
  3. Anagogische betekenis.

1. Allegorische betekenis
Sommige gebeurtenissen, personen en zaken uit het Oude Testament kunnen typologisch worden geduid. Dat betekent dat ze als voorafbeeldingen van Christus kunnen worden beschouwd. “[Z]o is de doortocht door de Rode Zee een teken van de overwinning van Christus en daardoor van het doopsel”, aldus de Catechismus. Een ander voorbeeld is de tegenstelling tussen Sara en Hagar (Genesis). Paulus beschouwt de vrouw van Abraham en dier slavin als allegorieën van respectievelijk het Nieuwe Verbond en het Oude Verbond (zie het lemma Isaak).

2. Morele betekenis
“De in de Schrift vermelde gebeurtenissen moeten ons ertoe brengen juist te handelen”, aldus de Catechismus. Zo zegt Sint Paulus in de Eerste Korinthiërsbrief: “Vergeet dit nooit, broeders en zusters: onze vaderen verbleven allemaal onder de wolk en trokken allemaal door de zee; zij zijn allemaal in Mozes gedoopt door de wolk en de zee; zij aten allemaal hetzelfde geestelijk voedsel en dronken allemaal dezelfde geestelijke drank, want zij dronken uit een geestelijke rots die met hen meetrok, en die rots was Christus. Maar in de meesten van hen heeft God geen welgevallen gehad; immers, zij werden in de woestijn geveld. Voor ons zijn deze gebeurtenissen een les om niet naar het kwade te verlangen, zoals zij deden” (10,1-6). In deze passage geeft Paulus de gebeurtenissen die plaatsvonden tijdens de woestijntocht van de Israëlieten zowel een allegorische als een morele betekenis. 

3. Anagogische betekenis
Dit betekenisniveau is mystiek van aard omdat het gebeurtenissen, personen en zaken in de Heilige Schrift verbindt met het einddoel van het christelijk leven: het eeuwig geluk bij God. Betekenissen die aldus verkregen worden kunnen de christen helpen om op te klimmen (?ναγωγ?, anagogè = 'het omhoog voeren', 'verheffing', 'opleiding') naar de hemelse bestemming. Zo kunnen de stad Jeruzalem en het beloofde land Kanaän worden beschouwd als zinnebeelden van het verblijf bij God.