Wilhelmus van de Ven (1834-1919) was de derde bisschop van ’s-Hertogenbosch sinds het herstel van de Nederlandse bisschoppelijke hiërarchie in 1853. Hij bestuurde het bisdom van 1892 tot zijn dood.

Jeugd en opleiding
Over de jeugd van mgr. Van der Ven is weinig bekend. Hij werd op 12 mei 1834 geboren in Schijndel en volgde zijn opleidingen aan de diocesane seminaries. Hij werd op 2 juni 1860 in de Bossche Sint-Janskathedraal priester gewijd door mgr. Joannes Deppen, op dat moment bisshop-coadjutor van Den Bosch.

Assistent, kapelaan, plebaan
Na zijn wijding was Van de Ven korte tijd assistent in Velddriel alvorens in 1861 benoemd te worden tot kapelaan in Oirschot. Een jaar later kreeg hij dezelfde functie in de kathedraal van Sint-Jan. Hij zou in 1873 tijdelijk de plebaan vervangen die wegens ziekte zijn functie niet kon uitoefenen. In 1887 werd Van de Ven zelf benoemd tot plebaan-deken van Den Bosch. Hij werd een jaar later begiftigd met de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice.

Bisschop van Den Bosch
Op 27 mei 1892 werd Van de Ven door paus Leo XIII benoemd tot bisschop van ’s-Hertogenbosch als opvolger van Adrianus Godschalk. Deze prelaat had zich tijdens zijn pontificaat voornamelijk beziggehouden met het (laten) vertalen van pauselijke encyclieken en het waarschuwen voor zedelijk verval. Van de Ven zou zich, waarschijnlijk mede door zijn veel grotere pastorale achtergrond, vooral ontwikkelen als een bisschop die zich het lot van de armsten, werkzaam in voornamelijk de Brabantse textielindustrie, zou aantrekken. Hij was sterk betrokken bij de ontwikkeling van katholieke vakverbonden.

Katholiek onderwijs
Mgr. Van de Ven gaf een grote impuls aan het katholiek onderwijs in zijn diocees. Hij was de stichter van de Katholieke Kweekschool in de bisschopsstad en het aantal bewaarscholen en instellingen voor lager onderwijs steeg spectaculair onder invloed van Van de Ven. Ook hier was het sociale motief van verheffing van de onderklasse zijn voornaamste motief.

Eerbewijzen
Mgr. Van der Ven kreeg verschillende eerbewijzen. Paus Leo XIII benoemde hem tot pauselijk huisprelaat en tot assistent bij de pauselijke troon. Koningin Wilhelmina bezocht twee keer de kathedraal van Den Bosch en hing mgr. Van der Ven bij die respectieve bezoeken de versierselen om horende bij de ridderorde van de Nederlandse Leeuw en het commandeurschap in de Orde van Oranje-Nassau. In 1913 ontving de bisschop bezoek van de Nederlandse kardinaal Van Rossum. Ter gelegenheid daarvan verzamelde zich de Bossche schooljeugd op De Parade om bisschop en kardinaal een zanghulde te brengen.

Overlijden
In 1915 vroeg Van de Ven aan de paus om hem een coadjutor ter beschikking te stellen. Dat deed paus Benedictus XV door Arnold Diepen als zodanig te benoemen. Toen Van de Ven in 1919 overleed, volgde Diepen hem op. Na zijn overlijden werd Van de Ven door vele betreurd als, zoals het Algemeen Handelsblad destijds noteerde: “een sociaal priester, die enorm veel voor den werkman heeft gedaan.”