Sint-Veronica van Jeruzalem is een legendarische figuur die het gelaat van Jezus zou hebben gedroogd tijdens zijn martelgang naar Golgotha.

Legendes
Sinds de 5de-6de eeuw wordt in een aantal legenden de naam Veronica genoemd. Het zou gaan om een vrome vrouw die mededogen met Jezus betoonde toen zij na zijn veroordeling tot de kruisdood zijn bezwete en bebloede gezicht droogde. Zowel voor haar bestaan als de aan haar toegeschreven weldaad ontbreekt echter enige historische grond. Voornaamste bron van haar verhaal is het apocriefe Evangelie van Nicodemus (4e eeuw).

Bloedvloeiende vrouw?
Veronica was volgens een aantal legenden één van de vrouwen die Christus op zijn Kruisweg trof en aansprak (Lc. 23,27-31). Soms wordt ze vereenzelvigd met de door Jezus genezen vrouw die aan ernstige bloedvloeiingen geleden had (Lc. 8,42-48).

Berenice
Naast de benaming 'Veronica' wordt ook 'Berenice' gebruikt, de gelatiniseerde vorm van het Griekse equivalent Βερενικη (Berenikè), afgeleid van Φερενικη (Pherenikè = 'brengster van de overwinning'. Volgens de schrijver Macarius Magnes (4e/5e eeuw) was de bloedvloeiende vrouw dezelfde als Berenikè, een voorname courtisane uit Edessa.

Cultusplaats in Frankrijk
Volgens een Gallische overlevering was Veronica gehuwd met de bekeerde tollenaar Zacheüs. Beiden zouden zij in Aquitanië het Evangelie hebben gepredikt. Veronica zou begraven zijn in Soulac-sur-Mer (bij Bordeaux). In deze plaats worden haar vermeende relieken en die van Zacheüs vereerd in de basiliek Notre-Dame de la Fin des Terres.

Kruisweg
In de late middeleeuwen ontstond de devotionele exercitie, die Kruisweg werd genoemd. Deze was afgeleid van het gebruik van christelijke pelgrims om in Jeruzalem de plaatsen (staties) te bezoeken waarlangs Jezus naar Golgotha werd gedreven. Aanvankelijk hield men zich in de samenstelling van de Kruisweg aan de Passieverhalen in de Evangeliën. Al snel werden ook legendarische details in de uitbeelding verwerkt, zoals de barmhartige handeling van Veronica. In de klassieke vorm van de Kruisweg is 'Veronica droogt het gelaat van Jezus' de zesde van de veertien staties.

Sint-Pieter
In de Sint-Pietersbasiliek in Rome staat in elk van de vier nissen rond het pauselijk altaar boven het Graf van Petrus een gigantisch standbeeld van een heilige. Een van hen is Veronica, de andere zijn keizerin Helena, de apostel Andreas en de bekeerde honderdman Longinus. Zij hebben deze voorname plaats gekregen vanwege de meest kostbare relieken die in het bezit van de Heilige Stoel waren. Het zou gaan om de zweetdoek van Veronica, delen van het door Helena teruggevonden Heilig Kruis, de schedel van Andreas en een gedeelte van de lans waarmee Longinus de zijde van Christus had doorboord. De drie met het Lijden van Christus verbonden relieken worden thans bewaard in de kapel boven het beeld van Sint Veronica. De Andreasschedel werd door paus Paulus VI teruggegeven aan de Byzantijnse Kerk.

Vera icon
De in de Sint-Pieter bewaarde reliek die met Sint Veronica is verbonden, is een stuk textiel met daarop de afdruk van een bebaarde man. Dit item werd door kruisvaarders uit Jeruzalem naar Rome meegenomen. Of het hier werkelijk om het Heilig Aanschijn gaat, is onwaarschijnlijk. In de middeleeuwen waren er meerdere items die een mysterieuze afdruk van Christus' gelaat zouden bevatten. Hieraan werden afbeeldingen van Christus ontleend. Om authentieke afbeeldingen te onderscheiden van valse sprak men in Rome van vera icon (= 'ware afbeelding'), wat al spoedig vanwege de legende van Sint Veronica werd verbasterd tot veronica.

Manoppello
In het kapucijnenklooster van Manoppello in de Apennijnen wordt het zogeheten Sudarium van Veronica bewaard. Al eeuwen wordt geclaimd dat deze reliek de echte zweetdoek van Veronica zou zijn. Het zou voor het eerst in Rome in 1297 zijn opgedoken. Daar werd het bewaard in de Sint-Pieterskerk. Dante Alighieri (1265-1321) maakt er melding van in zijn Goddelijke Komedie. Een pelgrim zou de doek naar Manoppello hebben gebracht. Op 1 augustus 2006 bracht paus Benedictus XVI een bezoek aan het stadje om er de reliek te vereren.