De heilige Willem van Gellone (8e/9e eeuw) streed als Karolingische aristocraat succesvol tegen de Moren. Hij stichtte de abdij van Gellone, waar hijzelf monnik werd. Sint-Willem wordt beschouwd als de eerste Graaf van Orange. De Nederlandse Militaire Willemsorde is naar hem vernoemd.

Afkomst
Willem (Frankisch: Whilhelm) werd omstreeks 755 geboren als de zoon van graaf Theodoric van Autun en diens vrouw Aldana. Zij zijn de stamouders van het aristocratengeslacht der Wilhelmieden. Willems moeder Aldana was waarschijnlijk de dochter van de Frankische hofmeier Karel Martel, stamvader van de Karolingische dynastie en grootvader van Karel de Grote.

Oorlog tegen Saracenen
Karel de Grote benoemde Willem in 790 tot graaf van Toulouse. Ook werd hij aangesteld tot hertog van Aquitanië en voogd van Karels zoon Lodewijk de Vrome. Als veldheer met de titel duxonderdrukte hij 791 een opstand van Basken. Twee jaar later leed hij bij de rivier Aude een nederlaag tegen de oprukkende Saracenen, die een 'heilig oorlog' tegen de christenen voerden. Samen met Lodewijk de Vrome heroverde Willem in 801 Barcelona op de moslims, waarna hij voor een korte periode over Catalonië heerste. Ook zou hij Orange op de Saracenen hebben heroverd, waarna Karel de Grote hem tot de eerste graaf van Orange zou hebben gemaakt.

Kinderen
Willem had twee vrouwen. Een daarvan zou de weduwe geweest zijn van de Moorse heerser van Orange. Het is niet duidelijk te zeggen of zij zijn concubine was of echtgenote. Ook wordt melding gemaakt van elf kinderen, onder wie Bèra (de latere graaf van Barcelona) en Bernard van Septimanië. Willems achterkleinkind Willem I van Aquitanië was de stichter van de beroemde abdij van Cluny.

Kloosterling
Eind 804 stichtte Willem een klooster in de woeste vallei van Gellone, Occitanië (in de huidige Franse regio Languedoc-Roussillon). De monniken kwamen van de nabijgelegen abdij van Aniane, waar zijn vriend Witiza (bekend als Sint-Benedictus van Aniane) abt was. In 806 trad Willem zelf toe tot het klooster van Gellone. Karel de Grote zou hem bij deze gelegenheid een reliek van het Ware Kruis hebben gegeven. Willem leidde het leven van een eenvoudige monnik. Hij stierf op 28 mei van waarschijnlijk het jaar 812. Hij werd in het klooster van Gellone begraven.

Saint-Guilhem-le-Désert
Willems graf werd al spoedig na zijn dood een bedevaartsoord. In 1066 werd hij door paus Alexander II heilig verklaard. In de 12de eeuw kreeg de abdij van Gellone de naam Saint-Guilhem-le-Désert ('Sint-Willem-de-Woestijn'), vanwege de ruige natuur en de verlatenheid van het gebied. Het klooster was een statie geworden op de Via Tolosana, een van de pelgrimspaden naar Santiago de Compostela. Het stoffelijk overschot van Willem werd in 1139 overgebracht naar de kerk Saint Sernin in Toulouse. Daar werd zijn arm in een aparte reliekschrijn bewaard.

Chanson de Guillaume
In het Oudfranse heldendicht Chanson de Guillaume wordt Guillaume d'Orange (Willem van Orange) verheerlijkt. Dit personage gaat terug op de historische figuur Willem van Gellone. Deze chanson de geste uit de eerste helft van de 12de eeuw heeft veel bijgedragen aan de verering van Sint-Willem. Het gaat over de strijd van Guillaume d'Orange tegen de Saracenen. De historische achtergrond is de slag die Willem van Gellone in 793 leverde in de omgeving van Carcassonne.

Willem met de Hoorn
Het personage Guillaume d'Orange wordt beschreven als een strijder die totaal is toegewijd aan zijn vorst, Lodewijk de Vrome. Tijdens een zwaardgevecht in een slag tegen de Saraceense koning Corsolt wordt een stuk van zijn neus afgeslagen, wat hem de bijnaam Guillaume au court nez('Willem met de korte neus') oplevert, later verbasterd tot Guillaume au Cornet ('Willem met de Hoorn').

Willem van Oranje
Willem met de Hoorn wordt beschouwd als de eerste graaf van Orange. Een van Willems nazaten verzwagerde zich met het geslacht Baux, dat voortaan de graven van Orange zou leveren. Keizer Frederik Barbarossa verhief het graafschap in 1163 tot een soeverein prinsdom. Toen het Huis Baux aan het uitsterven was, ging het prinsdom in 1393 via Maria van Baux over op haar man, Jan I van Chalon. Het Huis Chalon stierf uit in 1530 met de dood van de kinderloze prins Filibert. Hij had het prinsdom nagelaten aan zijn neef René van Nassau. In 1544 sneuvelde René tijdens een veldslag in dienst van Karel V. Aangezien hij geen mannelijke nakomelingen had, erfde zijn neef Willem van Nassau-Dillenburg (Willem de Zwijger) het prinsdom. De titel Prins(es) van Oranje wordt tegenwoordig gedragen door zowel de kroonprins(es) in het Koninkrijk der Nederlanden als het hoofd van de Pruisische tak van het Huis Hohenzollern en de Markiezen de Mailly-Nesle.

Militaire Willems-Orde
De Nederlandse koning Willem I, van het Huis Oranje Nassau, besloot in 1815 een eigen ridderorde in te stellen: de Militaire Willems-Orde. Deze onderscheiding voor personen die heldenmoed hebben betoond ten faveure van het Koninkrijk der Nederlanden, is niet genoemd naar koning Willem I, maar naar de vermeende eerste graaf van Orange: Willem met de Hoorn, de legendarische krijgsheer die is vereenzelvigd met de historische Willem van Gellone.