De heilige priester Antonius Maria Zaccaria (1502-1539) was de stichter van de Barnabieten. Hij behoort tot de katholieke beweging van de contrareformatie.

Arts
Antonio werd in 1502 geboren in de Lombardische stad Cremona in een adellijke familie. Na zijn scholing aan de kathedrale school van Cremona studeerde hij vrije kunsten aan de universiteit van Pavia en vanaf 1520 medicijnen aan de universiteit van Padua. Na zijn afstuderen in 1524 vestigde hij zich in zijn geboortestad als arts.

Priester
Na drie jaar besloot Antonio Zaccaria zich in 1527 aan te melden als student voor het priesterschap. In februari 1529 werd hij priester gewijd. Bijna twee jaar lang werkte hij in ziekenhuizen en armeninrichtingen. Daarna werd hij kapelaan van gravin Ludovica Torelli van het graafschap Guastalla, die hem meenam naar Milaan.

Barnabieten
In Milaan werd Zaccaria lid van het Oratorium van de Eeuwige Wijsheid, een gemeenschap van vrome katholieken. Met twee medeleden stichtte hij vervolgens de Compagnie van de Zonen en Dochters van Sint-Paulus, bestaande uit drie takken: een voor priesters, een voor godgewijde maagden en een voor leken. De priesterlijke tak groeide uit tot een aparte gemeenschap. Paus Paulus III verhief haar op 18 februari 1833 met zijn bul Dudum felicis recordationis tot een clericaal instituut van pauselijk recht. De gemeenschap kreeg de officiële naam Congregatie van de Reguliere Clerici van Sint-Paulus (Congregatio Clericorum Regularium S. Pauli). In 1538 kreeg de congregatie het Sint-Barnabasklooster in Milaan toegewezen, vandaar dat haar leden bekend raakten als de Barnabieten.

Apostolaat
Zijn apostolaat was gericht op de morele vorming van de leken door prediking en het geven van het goede voorbeeld. Zaccaria was een ascetische geestelijke, die met grote opofferingsgezindheid het Evangelie verkondigde in een tijd dat de reformatie in Noord-Italië om zich heen greep. Ook benadrukte hij het belang van rituele vroomheid. Zo bevorderde hij in Vicenza de devotie van het Veertigurengebed, een 40 uur durende aanbidding van het Allerheiligste Altaarsacrament. Ook herstelde hij daar het gebruik om elke vrijdag om drie uur ’s middags de klokken te luiden, ter herinnering aan het stervensuur van Christus.

Overlijden
In 1539, tijdens een missie in Guastalla, liep Zaccaria koorts op. Omdat hij vast bleef houden aan zijn tucht van boete en versterving, ging zijn gezondheid hard achteruit. Op 5 juli 1539 overleed hij te Cremona. De wijbisschop die hem tot priester had gewijd, droeg in de kathedraal van Cremona zijn uitvaartmis op. Het lichaam van Antonio Maria Zaccaria werd begraven in het klooster ‘San Paolo delle Angeliche’ te Milaan.

Verering
ntonius Maria Zaccaria werd al snel na zijn dood als een zalige vereerd. Maar hij verloor die titel in 1634 door een decreet van Urbanus VIII. Op 3 januari 1890 gaf paus Leo XIII goedkeuring aan de verering. Zijn feestdag werd 5 juli. Op 8 mei 1891 werd zijn lichaam overgebracht naar de barnabietenkerk in Milaan (Chiesa di San Barnaba). Leo XIII canoniseerde hem op 27 mei 1897.