Alle katholieken zijn verplicht om op zondagen deel te nemen aan de eucharistieviering. Deze zondagsplicht is een van de geboden van de Kerk.

Kerkelijke geboden
De Rooms-Katholieke Kerk onderscheidt Vijf Geboden van de Kerk. Het eerste luidt: “Op zondag en op andere verplichte feestdagen zijn de gelovigen verplicht aan de mis deel te nemen” (Catechismus van de Katholiek Kerk [CKK], nr. 2042).

Dag des Heren
De zondag is de eerste dag van de week en is voor christenen de Dag des Heren, waarop de verrijzenis van Christus wordt gevierd. Verplichte feestdagen dienen als een zondag gevierd te worden.

Heilige Mis
In het Wetboek van Canoniek Recht (CIC 1983) wordt het eerste kerkelijke gebod als volgt uitgelegd: “Aan het voorschrift om aan de mis deel te nemen voldoet wie de mis bijwoont, overal waar deze in een katholieke ritus gevierd wordt ofwel op de feestdag zelf ofwel op de avond van de voorafgaande dag” (canon 1248, § 1).

Zaterdagavond
Wie deelneemt aan de zondagsmis op zaterdagavond vervult ook de zondagsplicht.

Andere ritussen
De deelname aan de eucharistie volgens welke ritus van de Katholieke Kerk dan ook is geoorloofd. Zo mag een lid van de Romeinse Ritus deelnemen aan de celebratie van de eucharistie volgens oosters-katholieke ritussen.

Trouw aan Christus
Het kerkelijk leergezag heeft de wet van de zondagsplicht uitgevaardigd omdat zij de Heilige Mis (=eucharistieviering) beschouwt als “de grondslag en de bezegeling van het hele christelijk leven” (CKK 2181). De deelname aan zondagse mis is er “een getuigenis van dat men toebehoort en trouw is aan Christus en zijn kerk” (ibid.). “De gelovigen tonen op die wijze hun gemeenschap in het geloof en in de liefde” (ibid).

Uitzonderingen
De zondagsplicht geldt voor alle gedoopte katholieken, behalve voor hen die vanwege een ernstige reden (zoals ziekte, zorg voor zuigelingen) verontschuldigd zijn of die ervan zijn ontslagen door hun eigen pastoor.

Zware zonde
Het niet vervullen van de zondagsplicht wordt door het kerkelijk leergezag beschouwd als iets ernstigs, zelfs als een immorele omissie. “Zij die willens en wetens deze verplichting verwaarlozen, begaan een zware zonde” (CKK 2181).

Gebrek aan priester
De zondagsplicht heeft betrekking op de deelname aan de eucharistie, waarin echter alleen priesters kunnen voorgaan. Wat nu als er geen priester is? Canon 1248, § 2 van de CIC 1983 zegt hierover: “Indien bij het ontbreken van een gewijde bedienaar of om een andere ernstige reden de deelneming aan de eucharistische viering onmogelijk is, wordt ten zeerste aanbevolen dat de gelovigen deelnemen aan de liturgie van het woord, als er een in de parochiekerk of in een andere gewijde plaats volgens de voorschriften van de diocesane bisschop gevierd wordt, of dat zij zich gedurende de nodige tijd aan het gebed wijden, persoonlijk of in het gezin of bij gelegenheid in groepen van gezinnen”.

Onmogelijkheid
Volgens canon 1248, § 2 wordt slechts voor het geval er geen eucharistie mogelijk is, aanbevolen om aan een woorddienst of een andere viering deel te nemen. Hiermee voldoet men echter niet aan de zondagsplicht.

Woord- en communiedienst
Wie in bijvoorbeeld Nederland zegt dat hij in zijn eigen parochiekerk op zondagen deelneemt aan een woord- en communiedienst, vervult de zondagsplicht niet. Het is immers altijd mogelijk om in een andere katholieke kerk de Heilige Mis bij te wonen. Iedere gelovige is verplicht om op zoek te gaan naar een eucharistieviering waaraan hij kan deelnemen. Pas als men moreel of fysiek in de onmogelijkheid verkeert aan een eucharistie deel te nemen, vervalt de plicht vanuit dit fundamentele kerkrechtelijke beginsel: ad impossibile nemo teneatur ('tot het onmogelijke kan niemand gehouden worden').

Geen extra uitzonderingen
De Nederlandse bisschoppen hebben in geen enkel document wetten uitgevaardigd waarin het aantal of de aard van de uitzonderingen wordt gewijzigd.