Of je nou een chronische ziekte hebt, een dierbare moet missen of kampt met psychische uitdagingen: als je door een moeilijke periode heengaat kun je je heel alleen voelen. Oók wanneer je omringd wordt door lieve mensen die het beste met je voor hebben. 

Dan is het heel fijn om te weten, hoe cru dat misschien ook klinkt, dat heel veel anderen dezelfde ellende meemaken als jij. Praten over je problemen met deze lotgenoten kan een wereld van verschil maken. Dat ontdekte Zin in morgen webredacteur Renee onlangs ook.

Andere golflengte

'Dertien jaar oud was ik, toen mijn moeder ziek werd. De eerste vriendin aan wie ik dat vertelde, reageerde met niet meer dan: ‘Oh van chemotherapie krijgt ze een heel raar opgeblazen gezicht.’ Toen wist ik: mijn leeftijdsgenoten en ik zitten vanaf nu op een compleet andere golflengte. 

In het jaar dat volgde, waarin mijn moeder zieker en zieker werd, voelde ik me steeds verder afdrijven van mijn vrienden en klasgenoten. Zij maakten zich druk om kleine ruzietjes met hun ouders, vervelende leraren of onvoldoendes. Ik hield me vooral bezig met het volgende ziekenhuisbezoek, hielp mee in het huishouden en probeerde me tegelijkertijd groot te houden.

Toen mijn moeder uiteindelijk overleed werd ik overspoeld door lieve kaartjes, aardige woorden en steunbetuigingen. En hoe dankbaar ik daar ook voor was (en ben), voelde ik boven alles vooral het ongemak van anderen. Want wat zeg je in godsnaam tegen een puber wiens moeder net is overleden?'

'Wat zeg je tegen een puber wiens moeder net is overleden?'

Boos op de hele wereld

'Ik kreeg de meest vreemde, vast heel goedbedoelde, opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd. ‘Uiteindelijk word je hier alleen maar sterker van’. ‘Gelukkig heb je nog een stiefmoeder’. 'Gewoon veel leuke dingen doen, dan voel je je snel weer beter’. 

Tel daar de gierende puberteit bij op en het resultaat was een 14-jarige die zich verschrikkelijk onbegrepen voelde en boos was op de hele wereld. Bij elke vreemde opmerking ging het deurtje waarachter ik mijn gevoelens en gedachtes zorgvuldig had opgeborgen een stukje verder dicht.

En dat deurtje bleef dicht, jarenlang. Tot ‘ie op mijn 23ste ineens volledig openzwaaide. Voor het eerst voelde ik de behoefte om over de ziekte en het overlijden van mijn moeder te praten. Maar met wie? 

In mijn omgeving kende ik niemand die ook op jonge leeftijd een ouder was verloren. Daarnaast vond ik het raar om er uit het niets, ruim negen jaar later, ineens over te beginnen. Moest ik er niet allang overheen zijn? Zaten mijn vrienden en familie er wel op te wachten om dit weer op te rakelen?'

De gelukskaartjes van Anne Sophie

Anne Sophie maakt gelukskaartjes voor onbekenden

Zielige en sneue types

'Via via kwam ik toen terecht bij een gespreksgroep voor jongeren die te maken hebben gehad met ouderverlies. Met een bonkend hart heb ik me toen aangemeld voor één van hun bijeenkomsten. Ik vond het doodeng, maar had er tegelijkertijd ook heel veel zin in. Praten over overleden ouders, het is maar waar je zin in hebt.

In het park waar we hadden afgesproken zat de rest van de groep al in een kringetje te kletsen. Ik weet niet precies wat ik had verwacht, maar het viel me op dat iedereen zo ‘gewoon’ was. Geen zielige, sneue, ouderloze types, maar mensen met goede banen, fijne vrienden en rijke levens.

Ik zat nog niet of de gesprekken over onze overleden ouders barstten los. We hadden allemaal totaal verschillende achtergronden, maar voelden elkaar perfect aan. Oordeelloos luisterden we naar elkaars verhalen, worstelingen en inzichten. Met deze volstrekt vreemden besprak ik dingen die ik nog nooit met anderen had gedeeld.'

'We maakten snoeiharde grappen over onze overleden ouders'

'En nu hadden zij natuurlijk ook niet alle wijsheid in pacht, maar ik kreeg in ieder geval geen vreemde en ongevoelige opmerkingen of adviezen. Een luisterend oor bieden was meer dan genoeg. En wat ik misschien wel het fijnste vond van alles: we konden ook lachen en snoeiharde grappen maken over onze situaties. Wát een verademing. 

Wat had ik het mijn 14-jarige zelf gegund om zo’n groep lotgenoten om zich heen te hebben. Dat had een hoop opgekropte woede en verdriet gescheeld. Maar beter laat dan nooit.'

 

Meer weten over de kracht van lotgenoten?

In Zin in morgen spreekt Sosha Duysker af met Eméli en Anne. Beiden zijn zij vanaf jonge leeftijd mantelzorger geweest. Samen praten ze over de uitdagingen die daarbij komen kijken. 

Zin in morgen