De heilige maagd Agatha was reeds in de oudheid een veel vereerde martelares. Dat blijkt uit het feit dat haar naam genoemd wordt in het voornaamste eucharistische gebed van de Romeinse Ritus van de Katholieke Kerk.

Legende
Agatha was een telg uit een voornaam geslacht. Zij stierf omstreeks 250 de marteldood in de Siciliaanse stad Catania. De legende vertelt dat Agatha zich als maagd aan Christus had toegewijd en daarom weigerde te huwen met stadhouder Quintilianus. Dat kwam haar duurte staan: ze onderging verschillende martelingen. Een van haar borsten werd met een tang afgesneden. In de gevangenis kreeg ze een verschijning van de heilige apostel Petrus. Die genas haar verwondingen en voorzag Agatha van een nieuwe borst. Na nieuwe martelingen overleed ze.

Canon
Agatha is een van de Zeven Martelaressen die worden genoemd in de Romeinse Canon, het eerste eucharistische gebed van de Romeinse Ritus. De verering van Agatha is het grootst in Zuid-Italië en Sicilië. Daar geldt ze vooral als schutspatroon tegen het uitbarsten van de Etna.

Feestdag
De liturgische gedachtenis van Agatha op de universele kalender van de Rooms-Katholieke Kerk staat op 5 februari. In Catania is het rond en op die dag groot feest met kermis, vuurwerk en processies. Ook op 17 augustus staat Catania in het teken van de grote martelares. Dat feest herinnert aan de terugkeer van haar relieken in 'haar' stad op 17 augustus 1126. Die hadden eeuwenlang gelegen in Constantinopel

Iconografie
In de westerse kunst wordt Sint-Agatha vaak afgebeeld als een jonge vrouw die een schaal met twee borsten erop draagt. Daar herinnert aan het verhaal van haar martelaarschap.