Portret van Broeder Bartholomeüs der Martelaren, aartsbisschop van Braga door António André (1618-1625); Museu de Aveiro, Portugal.

De heilige Bartholomeus van de Martelaren werd in 1514 in Lissabon geboren. Op 14-jarige leeftijd trad hij toe tot de dominicaner orde. In 1559 werd hij tot bisschop gewijd en in datzelfde jaar ontving hij het pallium van aartsbisschop van Braga. Hij nam deel aan de derde en laatste fase van het Concilie van Trente. Hij stierf op 16 juli 1590, erkend en geprezen door het volk als de ‘vader van de armen en de zieken’.

Bartolomeu Fernandes werd op 3 mei 1514 in Lissabon geboren in een rijke en vrome familie. Hij werd gedoopt in de Kerk van de Martelaren van Lissabon. Al op 14-jarige leeftijd trad hij toe tot de Orde der Predikers (Dominicanen) in de Portugese hoofdstad. Hij nam de religieuze naam Bartolomeu dos Mártires (‘Bartholomeüs der Martelaren’) aan, als een verwijzing naar zijn doopkerk. Hij legde zijn religieuze geloften af ​​op 20 november 1529.

Vanwege zijn hoge intelligentie had hij opdracht gekregen filosofie en theologie te onderwijzen in het Klooster van Batalha. In 1552 werd hij naar Évora geroepen om te dienen als tutor van prins Antonio, de neef van koning Jan III. Daardoor deed hij politieke ervaring op, die hem later nog goed van paus zou komen. In de jaren die volgden behaalde hij de hoogste graden in de gewijde godgeleerdheid. Zijn kennis van het werk van Sint-Thomas van Aquino zou fenomenaal geweest zijn. Binnen de dominicaner orde kreeg hij hoge bestuursfuncties, waaronder die van prior van het klooster van Santo Domingo de Benfica in Lissabon.

Koningin Catharina van Habsburg wilde broeder Bartholomeüs hebben als ‘Primaat van de Spanjes’, een titel die de aartsbisschop van Braga (Noord-Portugal) draagt. Ondanks zijn weigering werd hij tot aartsbisschop benoemd, mede dankzij de druk die op hem werd uitgeoefend door zijn provinciaal-overste. Op 3 september 1559 werd hij tot bisschop geconsacreerd en op 4 oktober nam hij de aartsbisschoppelijke zetel van Braga in bezit.

Als voorstander van het herstel van de evangelische zuiverheid door middel van kerkelijke hervormingen, nam hij tussen 1561 en 1564 actief deel aan het Concilie van Trente. Hij streed onder meer voor de residentieplicht voor diocesane bisschoppen. Hij zegevierde op 15 juli 1563, toen het decreet werd aangenomen waarmee bisschoppen voortaan verplicht waren in hun eigen bisdom te verblijven.

In Rome was hij bevriend geraakt met de jonge kardinaal en toekomstige heilige Carolus Borromeo, die de publicatie van een manuscript van hem betaalde.

In 1562 werd hij gekozen om de Index van Verboden Boeken te organiseren. Hij schreef een catechismus in het Portugees voor het gewone volk. Hij was een voorstander van de zogenaamde broederlijke correctie: ketters in het geheim vermanen, in plaats van ze naar het Heilig Officie te sturen of ze te veroordelen in bisschoppelijke rechtbanken; daarmee was het mogelijk om het individu te redden van een zwaardere straf en van vernedering en openbare bekendheid.

Zijn sociale betrokkenheid maakte hem erg populair. Ten tijde van de pestepidemie van 1570 weigerde hij de koning en de kardinaal-patriarch van Lissabon te gehoorzamen die hem hadden bevolen Braga te verlaten. Zijn ijver voor de contrareformatie was zo groot dat hij elke drie jaar een ​​pastoraal bezoek bracht aan de 1.260 parochies van zijn aartsbisdom en opleidingsevenementen voor priesters en leken organiseerde, waarmee hij het belang van catechese nieuw leven inblies. Verder stichtte hij een diocesaan grootseminarie, de eerste priesteropleiding conform de richtlijnen van het Concilie van Trente.

In 1582 aanvaardde paus Gregorius XIII zijn ontslagverzoek als aartsbisschop van Braga dat hij in 1581 had aangeboden. Daarop verhuisde hij naar het klooster van Viana do Castelo, waar hij op 16 juli 1590 stierf.

Bartholomeüs der Martelaren werd eerbiedwaardig verklaard door Gregorius XVI op 23 maart 1845. Op 7 juli 2001 werd een wonder op zijn voorspraak erkend, wat leidde tot zijn zaligverklaring op 4 november 2001 door Johannes Paulus II. Op 5 juli 2019 werd hij door paus Franciscus heiligverklaard door middel van een zogenoemde canonizatio aequipollens; daarmee wordt de verering voor een zalige zonder nieuw kerkrechtelijk proces naar een hogere niveau opgeschroefd. 

De Katholieke Kerk viert de liturgische gedachtenis van Sint-Bartholomeüs jaarlijks op 16 juli.