Straatsburg, 12 oktober 2021 - Slachtoffers van seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk kunnen het Vaticaan en de paus niet aanklagen. Ze hebben ongelijk gekregen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

De slachtoffers uit Nederland, België en Frankrijk voelen zich niet alleen door de daders zelf, maar ook door de katholieke kerk beschadigd. Die sloot volgens hen stelselmatig de ogen voor het misbruik, beschermde geestelijken die zich eraan bezondigden en liet slachtoffers in de kou staan. Maar het hoofdbestuur van de kerk zetelt in Vaticaanstad. En die soevereine staat met de paus aan het hoofd is net als andere staten immuun voor rechtszaken uit het buitenland, oordeelt ook het mensenrechtenhof.

Het Hof volgt daarmee het eerdere besluit van de Belgische rechter. Dat die oordeelde geen rechtsmacht te hebben over het Vaticaan, was “niet onredelijk”. Het strookt met het internationaal recht en is dus niet buitenproportioneel, vinden de Europese rechters. Vaticaanstad geldt nu eenmaal als een soevereine staat en krijgt daarmee dezelfde rechten. De klagers kunnen nog in hoger beroep gaan.

Het Hof van de Mensenrechten is een instituur van de Raad van Europa (niet te verwarren met de EU. Van de Raad zijn 47 Europese landen lid. Verder zijn 6 niet-Europese landen alsook de Heilige Stoel waarnemer bij de Raad. De organisatie werd op 5 mei 1949 met het Verdrag van Londen opgericht door de 10 stichtende leden (onder andere België en Nederland). De zetel bevindt zich in de Franse stad Straatsburg.