Rome, 12 maart 2019 - Wie is deze minderbroeder kapucijn, die in eigen land de status van Bekende Italiaan geniet en drie pausen het Evangelie voorhield?

door Christian van der Heijden

Een geleerde kloosterling kreeg eens na de conventsmis waarin hij de preekbeurt had van een vaste bezoeker kritiek in de gedaante van een compliment: “Wat heeft u toch een mooie stem.”

Predikanten met een mooi stemgeluid, zijn gezegend, vooral als de kwaliteit van hun homilie niet al te best is. Dan kun je je als afgedwaalde toehoorder nog altijd te goed doen aan de sonore klanken die uit de speakers komen.

De vaste predikant van het Pauselijk Huis, de Italiaanse kapucijn Raniero Cantalamessa, heeft geen mooie stem. Zij is niet echt lelijk, maar het aanhoren van deze tenor wekt geen auditieve genoegens. Pater Cantalamessa moet het van de inhoud hebben, en van zijn vurigheid. Binnenkort begint hij weer aan een serie vastenpreken voor paus Franciscus en de prelaten van de Romeinse Curie.

Wie is deze minderbroeder, die in eigen land de status van Bekende Italiaan geniet?

Raniero Cantalamessa werd op 22 juli 1934 geboren in Colli del Tronto, een stadje in de provincie in Ascoli Piceno, in de Italiaanse regio Marche. Als jongeman trad hij toe tot de Orde der Minderbroeders Kapucijnen. Op 24-jarige leeftijd werd hij priester gewijd. Daarna mocht hij van zijn oversten verder studeren. De cappuccino deed dat aan de Universiteit van Freibourg in Zwitserland, waar hij in 1962 een doctoraat in de godgeleerdheid behaalde. Vervolgens werd hij promovendus aan de Katholieke Universiteit van het Heilig Hart in Milaan, waar hij zijn tweede doctorstitel behaalde, dit keer in de klassieke letteren. In Milanese universiteit werd hij aangesteld tot hoogleraar Geschiedenis van het Antieke Christendom en tot directeur van het Departement van Religiewetenschappen. Van 1975 tot 1981 was hij lid van de Internationale Theologencommissie, die verbonden is aan de Congregatie voor de Geloofsleer.

Als academicus zat deze volgeling van Sint-Franciscus niet goed in zijn vel. Want had Il Poverellogeen weerzin gevoeld tegen geleerdheid? En liep de intellectueel geen gevaar om hoogmoedig te worden? In 1979, toen Cantalamessa ongeveer dezelfde leeftijd had als waarop de heilige Franciscus stierf, gooide hij het roer om. Hij nam ontslag bij de universiteit om voortaan als heraut van Christus door het leven te gaan. Zijn hoge stem zou hij voortaan in dienst stellen van het proclameren van de Blijde Boodschap.

Deze “tweede roeping”, zoals pater Cantalamessa zijn carrière-switch zelf beleefde, was Johannes Paulus II ter ore gekomen. In 1980 benoemde de Poolse paus hem tot predikant van het Pauselijk Huis. Het is de taak van deze functionaris om in zowel de advent als de veertigdagentijd op vijf verschillende dagen een preek te houden ten overstaan van de paus en de kardinalen en andere prelaten van de Romeinse Curie. En het komt hem toe de homilie te houden tijdens de pauselijke liturgie van Goede Vrijdag. Een grote eer, maar vooral een grote morele verantwoordelijkheid. Want wie de passie preekt, mag op geen enkele wijze een scheve schaats rijden.

Toen paus Benedictus XVI in 2005 aantrad, hield hij Cantalamessa aan als predikant van het Pauselijk Huis. Ook paus Franciscus besloot hem in die positie te handhaven.

Met een hermitage in het plaatsje Cittaducale (provincie Rieti) als thuisbasis reist de fulltime prediker van het Evangelie geregeld de hele wereld over. Cantalamessa spreekt goed Engels en zijn uitspraak is in tegenstelling tot veel van zijn landgenoten niet al te beroerd. Vandaar dat hij vaak in de VS te vinden is, en niet alleen bij katholieke gezelschappen, maar ook bij protestantse. Want de sympathieke kapucijn met zijn bruine pij is ook een man van oecumenische dialoog. Zo is hij lid van de officiële rooms-katholieke delegatie die dialogeert met de pinksterkerken.

Naast heraut (kèruxin het Oud-Grieks) is de pater ook auteur. Hij heeft vele boeken op zijn naam staan. Daarin legt hij het katholieke geloof op een spirituele manier uit en probeert hij hoogdravende theologische constructies te vermijden. Toch blijft hij de man van het gesproken woord, van de verkondiging (kèrugma). Zijn aanstekelijke manier van spreken bevalt de bonzen van de Italiaanse publieke omroep kennelijk ook goed, want geregeld treedt hij op in radio- en tv-programma’s van de RAI.