Ken uzelve’, schreef Oek de Jong als veertienjarige al op de muur van zijn kamer. Als schrijver probeert Oek dit devies in de praktijk te brengen door zijn binnenwereld te onderzoeken, ook de donkere kanten. ‘Die stormachtige binnenwereld is bij iedereen aanwezig.’

Oek de Jong is een van de bekendste schrijvers van Nederland. Hij heeft verschillende bestsellers op zijn naam staan, zoals zijn debuut Opwaaiende zomerjurken, Zwarte schuur en meest recent Man zonder rijbewijs. 

Hij groeide op in een gereformeerd milieu in Zeeland en Friesland. Zijn vader was vaak van huis, en zijn moeder was wat mensenschuw. Oek had hierdoor een enigszins geïsoleerde jeugd, hij was veel alleen en las veel boeken. Hij had een levendige fantasie en rijke innerlijke wereld. Schrijven bleek voor hem een manier om deze binnenwereld verder te onderzoeken.

Er gebeurde iets onverwachts: de hoogst persoonlijke ervaringen van de jonge Oek bleken universele kracht te hebben. Toen hij in 1979 doorbrak als schrijver met zijn roman Opwaaiende zomerjurken, herkenden veel lezers zich in de – vaak ook duistere – gedachtewereld van hoofdpersoon Edo Mesch. 

'Als je je ego durft los te laten, kom je in een vrede die alle verstand te boven gaat'

Oek de Jong

Oek is in al zijn boeken op zoek naar ‘de mens’, maar hij heeft ook een grote interesse in religie en spiritualiteit. Hij ging te rade bij de wijsheid van de oosterse religieuze tradities, en las boeken van de christelijke mystici. 

Als schrijver voelt hij zich steeds meer een doorgeefluik, een ontvangstkanaal. Waarvan hij dan precies een doorgeefluik is, blijft voor Oek ondefinieerbaar. ‘Zodra je denkt dat je kunt uitleggen wat de Bron is, het meest wezenlijke in het leven - of hoe je het ook maar wil noemen - mis je het.’

‘Ken uzelve’ betekent nu Oek de zeventig is gepasseerd: durven om het ego en het verstand soms ook los te laten. Daar is een wereld te winnen. ‘Naarmate je dat meer doet, kom je in een vrede die alle verstand te boven gaat.’ 

De verwondering met Oek de Jong is te zien op zondag 28 januari om 08.30 uur bij KRO-NCRV op NPO 2.

De inspiratietekst van Oek de Jong

Wanneer ik door het onbehagen word bezocht, wanneer ik het gevoel krijg dat ik als romanschrijver behoor tot een uitstervende soort en vrees dat er over een halve eeuw waarschijnlijk niemand meer is die nog begrijpt waarom je een roman zou lezen – dan denk ik altijd aan Chinese dichters van lang geleden. Ze schreven hun gedichten op rijstpapier, en die gedichten moesten worden overgeschreven of door iemand uit het hoofd worden geleerd om voort te bestaan. Een gedicht was een kostbaarheid. Het overschrijven van een filosofisch werk kostte een jaar. Dan zie ik steden branden, paleizen in vlammen opgaan, opgerolde manuscripten en schilderingen in de fik gaan, paardenhoeven die eeuwenoude tapijten en aardewerk vertrappen. 

Maar dan besef ik: ondanks geweld en vernietiging, ondanks alle onwetendheid en ongeletterdheid, overleeft steeds de literatuur, nu al tientallen eeuwen, en dat is alleen mogelijk omdat er altijd mensen zijn geweest die de cultuur van de taal en de contemplatie zijn toegedaan. Die elkaar herkennen door het geschrevene, een lange keten van mensen die één ding gemeen hebben: uit het dagelijks leven willen stappen en een ruimere wereld willen betreden door de betovering van de taal. 

Uit: Het glanzend zwart van mosselen, Oek de Jong