De Nederlanders en hun fietsen, buitenlanders weten maar al te goed dat die twee dingen onafscheidelijk zijn. En wanneer ze dan eindelijk zelf eens hier komen, zijn het deze dingen waar ze het meest verbaasd over zijn.

De Nederlanders en hun fietsen, buitenlanders weten maar al te goed dat die twee dingen onafscheidelijk zijn.

Naar je werk, de sportschool of nog gauw een klein boodschapje halen? We springen vrijwel voor alles op onze tweewieler. In heel veel andere landen is ‘even de fiets pakken’ veel minder normaal. Dat weten de Canadese Chris en Melissa Bruntlett, en hun kinderen, uit Vancouver als geen ander. Toen ze in 2010 hun auto verkochten en de overstap maakten naar de fiets waren ze één van de weinigen in hun omgeving met een stalen ros.

Met eigen ogen

Chris en Melissa begonnen een blog waarin ze hun ervaringen deelden en toen ze via via hoorden over de fietscultuur in Nederland, besloten ze niet de fiets maar het vliegtuig te pakken (oké, flauw). Ze wilden eens met eigen ogen te bekijken hoe het er hier aan toe gaat. Dat leidde tot het boek Building the Cycling City: The Dutch Blueprint for Urban Vitality.

Lees ook:

Nieuwssite Vox interviewde het stel over de grootste verwonderingen die ze hadden over de Nederlandse fietscultuur. Wij selecteerden de vijf leukste!

1. Nederlandse fietsen vallen nog nét niet uit elkaar

“Hoewel ze fietsen er in Amerika in de meeste gevallen op en top uitzien, is dat in Nederland wel anders”, ontdekten de Bruntletts. “In Nederland zijn fietsen een van de meest gebruikte vervoersmiddelen. De meeste Hollanders zullen hun fiets gebruiken tot deze van ellende uit elkaar valt”, zegt Chris, behoorlijk ontdaan van dat feit.

“Nederlanders hebben vaak ook meerdere fietsen. Naast de barrel die ze gebruiken voor korte stukjes en woon-werkverkeer, hebben veel mensen die we ontmoetten ook nog een racefiets voor in hun vrije tijd. Maar de meeste Nederlanders zie je toch wel op een zwarte, versleten, vintage-ogende fiets.”

2. Bijna niemand draagt een helm!

“In Amerika is een helm op de fiets verplicht, net als de veiligheidsgordel in de auto”, zegt Chris. “Maar in Nederland draagt minder dan 0,5 procent van de Nederlandse fietsers een helm. Eigenlijk dragen alleen racefietsers er een.” Best een vreemd gezicht als je gewend bent dat het normaal is om er een te dragen. En je zelfs zwangere vrouwen zonder helm de straat over ziet racen.

Zelfs zwangere vrouwen fietsen in Nederland.

“Vrijwel iedereen, van kinderen tot oude mensen, denkt niet eens aan helmen. Het is gewoon niet aanwezig in hun cultuur. Ze hebben besloten dat het veel belangrijker is om de faciliteiten voor fietsers veilig te maken dan mensen zichzelf te laten beschermen”, zegt hij. En dat is wel weer een mooi idee, toch?

3. In Nederland hebben ze speciale ‘fietssnelwegen’

Verkrampt met je handen aan het stuur omdat je kriskras tussen alle auto’s door moet met je fiets? Chris: “In Nederland hebben ze daar aparte fietspaden voor. Die zijn zelfs hermetisch afgeschermd met bloembakken, een mooi gazonnetje of een betonnen afscherming.”

Melissa: “Zodra de snelheidsverschillen tussen de fietsers en de het overige verkeer te groot worden, krijgen fietsers een eigen weg.” Hier stond het stel aardig van te kijken. In hun buurt zijn ze al wat blij als er een gekleurde fietsstrook is.

4. In Nederland is ‘leren fietsen’ simpelweg opvoeding

“Het leren fietsen, krijgen Nederlandse kinderen met de paplepel ingegoten”, zegt Melissa. “Vanaf de eerste stapjes krijgen kinderen al loopfietsen, en dat wordt al gauw een driewieler om vervolgens zo snel mogelijk over te stappen op een normale fiets”, vertelt ze.

Nederlanders pakken de fiets voor het minste en geringste.

“En daarnaast krijgt het grootste gedeelte van de kinderen rond hun tiende of elfde les in fietsvaardigheden.” En dan te bedenken dat eigenlijk ieder Nederlands kind op die leeftijd al jaren ervaring heeft met fietsen. “Na de lessen volgt een schriftelijk examen en een praktisch examen. En dat alles wordt gestimuleerd door de Nederlanders Fietsersbond die zich onlosmakelijk inzet voor de veiligheid van fietsers in Nederland.” Tja, wat goed eigenlijk hè?

5. En dan zijn er die enorme ‘fietsflats’

“Vijftig procent van de mensen komt met de fiets naar het station”, zegt Melissa. “Vervolgens nemen ze de trein en na hun treinreis pakken ze opnieuw een fiets. Niet hun eigen fiets, maar een OV-fiets. Dat is een huurfiets die je voor een gereduceerd bedrag een dag kan huren met je OV-chipkaart. Een pas die je ook gebruikt om te betalen voor de tram, trein of bus.” Een constructie die in de Verenigde Staten vrijwel ondenkbaar is.

Oneindig veel fietsen bij de Nederlandse stations.

“En om al die fietsen kwijt te kunnen bij de Nederlandse stations, zijn er gigantische fietsgarages gebouwd. Loop het station Amsterdam Centraal uit en je ziet een enorme fietsenstalling voor duizenden fietsen van mensen die elke dag met ermee naar het station komen”, zegt Chris. “En in Utrecht wordt gebouwd aan de aller grootste fietsenstalling ter wereld, met maarliefst 30.000 fietsparkeerplekken.” Oké, hiervan snappen we dat het best indrukwekkend is. We zijn er ook best een beetje trots op!

De eerstvolgende keer dat je begint met mopperen doordat je weer geen plekje kan vinden in de reusachtige fietsstalling bij het station, er iemand op een scooter voorbij scheurt op het fietspad (hallo, hier mogen toch alleen fietsers?) of je een toerist ziet fietsen die geen flauw benul heeft waar die mee bezig is, denk dan aan de Bruntletts en sta een momentje stil bij onze unieke Hollandse fietscultuur!