De Acht Mei Beweging was een platform van tientallen vernieuwingsgezinde katholieke organisaties dat bekend werd door zijn jaarlijkse manifestaties. In de topjaren kwamen daar tussen de tienduizend en dertienduizend gelovigen op af. 'Acht Mei' was een kerkelijke tegenbeweging van progressieve snit, die zich bijvoorbeeld uitsprak voor de priesterwijding van vrouwen en tegen het verplichte celibaat. De organisatie werd opgericht in 1985 en ging in 2003 ter ziele. Het bestuur van de beweging had een zeer moeizame relatie met de Nederlandse bisschoppen. De twee partijen verschilden op belangrijke punten van mening over de interpretatie van de kerkelijke traditie en de plaats daarin van het leergezag.

Pausbezoek 1985
De Acht Mei Beweging (AMB) ontstond naar aanleiding van het bezoek dat de paus Johannes Paulus II in 1985 aan Nederland bracht. Voorafgaand aan zijn komst werd in katholiek Nederland kritiek geformuleerd op het volgens sommigen eenzijdige en behoudende programma dat voor de opperherder was samengesteld. Gastheer aartsbisschop Simonis (hij was toen nog net geen kardinaal) wilde niet dat feministisch theologe Catherine Halkes de paus zou toespreken omdat hij haar te kritisch vond.

8 mei: Malieveld
Uit protest tegen Simonis' beslissing werd op 8 mei op het Haagse Malieveld een alternatieve bijeenkomst georganiseerd. Zo kon 'het andere gezicht van de kerk' worden getoond. Ruim tienduizend kritische katholieken trotseerden het slechte weer en luisterden in een circustent naar toespraken van onder anderen Catharina Halkes, Edward Schillebeeckx en Michel van der Plas.

Koepelorganisatie
De bijeenkomst op het Malieveld werd als een groot succes beschouwd en men besloot met dergelijke manifestaties door te gaan. De Acht Mei Beweging was geboren, een koepel van bijna honderd katholieke organisaties waaronder de Marienburgvereniging, Pax Christi, Vastenaktie, maar ook van diverse religieuze orden en congregaties.

Tegenover leergezag
Het bestuur van de koepelorganisatie stond in belangrijke geloofsaangelegenheden lijnrecht tegenover het leergezag. De AMB ijverde - tevergeefs - voor vrouwelijke priesters, afschaffing van het voor priesters verplichte celibaat, volledige acceptatie van homoseksuelen in de kerk en inspraak van de gelovigen bij bisschopsbenoemingen.

Voorzitters
Wies Stael-Merkx werd als voorzitter het gezicht van de organisatie. Zij was staffunctionaris bij het Katholiek Bureau voor Voorlichting en Begeleiding bij Seksualiteit en Relatievorming (KBSR). Stael-Merkx werd in 1992 opgevolgd door Hedwig Wasser. In 1998 gaf Wasser de voorzittershamer door aan Henk Baars.

Hedwig Wasser
Wasser had op 12 mei 1985 landelijke bekendheid gekregen toen ze als lid van de Nederlandse Missieraad tegen alle afspraken in Johannes Paulus II kritisch had toegesproken. "Gaan we geloofwaardig om met de boodschap van het Evangelie, als een opgestoken vingertje gepredikt wordt in plaats van een toegestoken hand? Als geen ruimte maar uitsluiting wordt aangezegd aan ongehuwd samenwonenden, gescheidenen, gehuwde priesters, homoseksuelen én vrouwen?", aldus Wasser, die deze tekst op persoonlijke titel had toevoegd aan de goedgekeurde speech.

'De steppe zal bloeien'
De bijeenkomsten, in totaal 15, groeiden snel uit tot een jaarlijkse traditie. Progressief katholiek Nederland hield open huis in een tijd waarin de kerk ernstig verdeeld was. Als locatie dienden ondermeer de Brabanthallen in Den Bosch, de IJsselhal in Zwolle en het terrein van de Veemarkt in Utrecht. Er waren lezingen, discussies en meditaties. De massale slotvieringen werden als hoogtepunt beschouwd; aan het einde daarvan klonk steevast uit duizenden kelen het lied De steppe zal bloeien van Huub Oosterhuis.

Relatie met bisschoppen
De relatie met de bisschoppen was altijd zeer moeizaam. Gesprekken werden mondjesmaat gevoerd, bijvoorbeeld een aantal keren in 1988 en 1991, maar die zorgden niet voor meer toenadering. Integendeel: ze brachten juist de verschillen pijnlijk aan het licht. Kardinaal Simonis noemde de contacten in 1991 'momenteel onvruchtbaar'. Hij vond dat het bestuur van de beweging een 'onjuiste en onvolledige visie op het rooms-katholieke kerkbegrip' had. Met andere woorden: hun visie op wat katholiek was strookte niet met de officiële leer. 

Feitelijke pluriformiteit
Voorzitter Wies Stael-Merkx was van mening dat de bisschoppen 'geen recht deden aan de feitelijke pluriformiteit onder oprechte katholieken'. Kritisch zijn was volgens haar nodig 'omdat er een grote kloof is ontstaan tussen de kerkelijke leer en het leven van mensen'. Waar de AMB stelde dat het vooral de gelovigen zijn die de kerk maken legden de bisschoppen de nadruk op de verbondenheid met Rome en de belangrijke positie van het leergezag hierin.

Fout tafelgebed
Er staken in het gepolariseerde katholieke Nederland diverse relletjes de kop op. Zo waren de bisschoppen in 1986 zeer ontstemd over de slotviering. Er was daarin een eucharistisch gebed ('tafelgebed') gebruikt dat niet kerkelijk was goedgekeurd. De voorganger van toen, de norbertijner abt Ton Baeten, kon van de kardinaal een jaar later vertrekken als lid van een belangrijk adviescollege van de Nederlandse Bisschoppenconferentie. In 1991 raakten de verhoudingen tussen Acht Mei en bisschoppen nogmaals verstoord omdat toen opnieuw werd afgeweken van de officiële liturgische regels.

Maatschappelijke onderwerpen
In de loop van de jaren negentig ruilde de leiding van de beweging kerkpolitieke onderwerpen in voor meer algemene maatschappelijke, levensbeschouwelijke en religieuze thema´s. De toonzetting bleef 'progressief'.

Van Luyn en Muskens
In 1995 trad er dan eindelijk een beetje dooi op in de relatie tussen de Nederlandse kerkleiding en het kritische kerkvolk. Voor het eerst gaven er bisschoppen acte de présence. Het waren de net benoemde bisschoppen Van Luyn (Rotterdam) en Muskens (Breda) die op persoonlijke titel afreisden naar het Haagse congrescentrum. 'U zet een grote stap. U maakt kerkgeschiedenis', zo luidde de begroeting van voorzitter Wasser. Tijdens een gemeenschappelijke persconferentie concludeerden de partijen dat de jaren van polarisatie voorbij waren. Bisschop Muskens zei over zijn bezoek: 'Zo moet men met elkaar als katholieken kunnen omgaan'. Maar de verschillen van mening waren daarmee natuurlijk niet weggepoetst. Dat werd een jaar later weer duidelijk toen bisschop Muskens namens de conferentie uiteen zette waarom de bisschoppen zoveel moeite hadden met de organisatie. Deze toespraak vonden de meeste bezoekers wat minder geslaagd, maar intellectuele uitwisseling in een redelijk goede sfeer verdiende desalniettemin de voorkeur boven het ijzige klimaat van de jaren ervoor, zo vond men.

Opheffing
De laatste landelijke manifestatie vond plaats op 11 mei 2002 in de Jaarbeurs in Utrecht. Er kwamen toen slechts vierduizend mensen, terwijl er eind jaren tachtig nog dertienduizend bezoekers werden geteld. In 2003 hief de beweging zich op bij gebrek aan menskracht en financiële middelen. Zoals een AMB-pionier opmerkte: 'We hebben niet alleen moeten vechten tegen de vergijsing [een verwijzing naar de behoudende Limburgse bisschop Gijsen] maar ook tegen de vergrijzing.' De opheffingsbijeenkomst vond plaats op 21 november 2003 in de doopsgezinde Singelkerk in Amsterdam.

Representativiteit
Hoe representatief waren de aanhangers van de Acht Mei Beweging voor katholiek Nederland? Duidelijk is dat de gemiddelde AMB-er niet samenviel met de doorsnee katholiek. De gemiddelde AMB-er was ouder, hoger opgeleid en kerkelijk veel actiever, zo blijkt uit een onderzoek van de Katholieke Universiteit Nijmegen uit 1991. De aanhangers waren overigens niet allemaal even vernieuwingsgezind als de leiding van de organisatie wel eens deed voorkomen: het geloof in een persoonlijke God was onder de sympathisanten groot en er bestond een voorkeur voor een priester, in plaats van een pastoraal werker, als voorganger in diensten. Maar in kwesties van moraal - bijvoorbeeld seks vóór het huwelijk, homoseksualiteit, voorbehoedsmiddelen of de toegang van hertrouwde gescheidenen tot de communie - was de progressiviteit wel kenmerkend. Bovendien is te zien dat een meerderheid van het katholieke volksdeel zich herkent in de liberale standpunten van de Acht Mei Beweging, zo blijkt uit het sociologische onderzoek God in Nederland.

Buitenland
De Acht Mei Beweging was geen typisch Nederlands verschijnsel, zoals vaak gedacht wordt. Ook in andere westerse landen bestonden en bestaan kritische tegenbewegingen in de plaatselijke kerk, zoals in Duitsland, België, Oostenrijk en de Verenigde Staten. Zij zijn verenigd in de internationale beweging We are church (Wir sind Kirche).