De heilige martelares Anastasia (2e/3e eeuw) wordt zowel in de Kerk van het Westen als van het Oosten vereerd.

Sirmium
Van Sint Anastasia is weinig historische informatie beschikbaar. Zij stierf de marteldood in Sirmium (thans de Servische stad Sremska Mitrovica) in Pannonië, waarschijnlijk tijdens de christenvervolging van keizer Diocletianus (ca. 304).

Gebeente naar Constantinopel
Onder de Oost-Romeinse keizer Leo I (457-474) werd het gebeente van de toen al populaire heilige overgebracht naar Constantinopel en daar bijgezet in een aan haar toegewijde kerk.

Verering in Rome
De gedachtenis aan haar marteldood werd al in de 4e eeuw ook in de Romeinse kalender opgenomen. In Rome werd haar feest gevierd op 25 december in de Sint-Anastasiakerk aan de voet van de Palatijn. Anastasia is een van de zeven martelaressen die al sinds de 6e eeuw in de Romeinse Canon worden genoemd.

Romeinse legende
Omstreeks 600 ontstond er in Rome een legende, waar Sint Anastasia wordt opgevoerd als de dochter van het Romeinse echtpaar Praepextatus en Fausta en als weduwe van Publius Patricius. Ook zou zij een leerling zijn geweest van Sint Chrysogonus van Aquileia.

Genezeres
In de middeleeuwen werd Anastasia vereerd als genezeres en duiveluitdrijfster. Ze zou mensen hebben kunnen bevrijden van de gevolgen van vervloekingen, gifinname en schadelijke toverdranken.

Relieken
De rooms-katholieke kathedraal van de Kroatische stad Zadar is toegewijd aan Sint Anastasia. In deze kerk zouden haar relieken worden bewaard. Dat wordt ook beweerd van de dominicaanse kerk Sant'Anastasia in Verona en van de Anastasiakapelle van de abdij Benediktbeuern (Beieren).

Orthodoxe Kerk
Sint Anastasia wordt in de Orthodoxe Kerken vereerd als de Grote Martelares. Haar gedachtenis wordt daar gehouden op 22 december.