Het Opus Dei werd in 1928 gesticht door de heilige Jozefmaria Escrivá. In 1982 werd het door paus Johannes Paulus II opgericht als personele prelatuur. Het Opus Dei moedigt christengelovigen in alle lagen van de maatschappij aan om in de gewone omstandigheden, en in het bijzonder door de heiliging van het werk, een leven te leiden dat volledig overeenstemt met het geloof.

Werk Gods
Het Opus Dei is een personele prelatuur van de Rooms-Katholieke Kerk. Opus Dei is Latijn voor 'Werk van God'. De volledige naam is 'Prelatuur van het Heilig Kruis en Opus Dei'. Het wordt ook 'Prelatuur van het Opus Dei' genoemd of eenvoudigweg 'Opus Dei'.

Jozefmaria Escrivá
Het Opus Dei werd op 2 oktober 1928 in Madrid gesticht door de heilige Jozefmaria Escrivá. In 1947 werd de eerste pauselijke goedkeuring verleend door de Heilige Stoel en in 1982 richtte paus Johannes Paulus II het Opus Dei op als personele prelatuur. Aan het hoofd van deze eerste personele prelatuur van de Rooms-Katholieke Kerk staat sinds 1994 bisschop Javier Echevarría Rodríguez. Ongeveer 88.000 personen uit de vijf werelddelen maken op dit moment deel uit van de prelatuur. De prelaatzetel is in Rome.

Geest van het Opus Dei
Het Tweede Vaticaans Concilie bracht in herinnering dat alle gedoopten geroepen zijn om Jezus Christus te volgen, naar het Evangelie te leven en daar bekendheid aan te geven. De doelstelling van het Opus Dei is mee te werken aan deze evangelische zending van de Kerk. Het moedigt christengelovigen in alle lagen van de maatschappij aan om in de gewone omstandigheden, en in het bijzonder door de heiliging van het werk, een leven te leiden dat volledig overeenstemt met het geloof. Om dit doel te bereiken geeft de prelatuur geestelijke vorming en pastorale zorg aan de eigen gelovigen en aan vele anderen. Deze pastorale zorg is een stimulans om het evangelie in de praktijk te brengen door de beoefening van de christelijke deugden en de heiliging van het beroep. Heiliging van het werk betekent werken in de geest van Jezus Christus: het eigen werk zo goed mogelijk doen om eer te geven aan God en om anderen van dienst te zijn. Op deze wijze draagt men bij aan de heiliging van de wereld door de geest van het evangelie bij alle aangelegenheden voor ogen te hebben.

Activiteiten
De activiteit van het Opus Dei is samen te vatten als de vorming van de gelovigen van de prelatuur. Zij zijn daardoor voorbereid om op hun eigen plaats in kerk en samenleving, een veelzijdige apostolische activiteit te verrichten, de evangelisatietaak van de herders te steunen en in hun omgeving het ideaal van de universele roeping tot de heiligheid te verbreiden. De inzet van de gelovigen van het Opus Dei beperkt zich dan ook niet tot een specifiek terrein zoals onderwijs, ziekenzorg of hulp aan minder bedeelden. Zoals beschreven in de Catechismus van de Katholieke Kerk, dienen alle christenen mee te werken aan een christelijke oplossing van de problemen van de samenleving en dienen zij altijd een getuigenis te zijn van hun geloof.

Positie binnen de Kerk
Begin jaren veertig krijgt het Opus Dei te maken met onbegrip en tegenwerking uit met name kerkelijke kringen. De bisschop van Madrid, die het Werk vanaf het begin heeft erkend en aangemoedigd, probeert een einde aan de campagne te maken door het in 1941 als een zogeheten vrome vereniging goed te keuren, teneinde duidelijk te maken dat het Opus Dei volledig binnen de Kerk staat. De verankering van het Opus Dei binnen de Kerk werd verstevigd door de verlening van de eerste pauselijke goedkeuring in 1947 en de oprichting van het Opus Dei als personele prelatuur in 1982 door paus Johannes Paulus II. De oprichting als prelatuur werd mogelijk als direct gevolg van het Tweede Vaticaans Concilie in de jaren zestig van de twintigste eeuw.

Gelovigen van de prelatuur
Gelovigen van de prelatuur van het Opus Dei zijn de geïncardineerde geestelijken (die voortkomen uit de leken van de prelatuur) en geïncorporeerde leken. Door incorporatie in de prelatuur van het Opus Dei nemen de leken, samen met de priesters, onder het bestuur van de prelaat, ten volle deel aan de gemeenschappelijke apostolische zending van de prelatuur. De Codex van Canoniek Recht spreekt over “organische samenwerking” om aan te geven dat de samenwerking van de geïncorporeerde leken in de zending van de prelatuur niet van externe of bijkomstige aard is, maar dat de leken dit doen als ledematen van het lichaam of organisme van de prelatuur. In die zin zijn leken van het Opus Dei lid van de prelatuur.

Diocesane bisschop
De in een bisdom geïncarneerde seculiere priesters die tot het Opus Dei toetreden, behoren niet tot de clerus van de prelatuur van het Opus Dei. Zij zijn – op grond van een hun in het decreet Presbytorium Ordinis (nr. 8, par. 3) toegekend recht – gewoon leden van het Priesterlijk Genootschap van het Heilig Kruis, een met het Opus Dei onscheidbaar verbonden vereniging van priesters. Dientengevolge is hun enige ordinarius de diocesane bisschop onder wie zij in canoniek opzicht ressorteren.

Leden
In het spraakgebruik worden zowel de geïncorporeerde leken als de geïncarneerde priesters van de prelatuur van het Opus Dei aangeduid als 'leden'. Seculiere geestlijken en de geïncarneerde priesters zijn lid van het 'Priesterlijk Genootschap van het Heilig Kruis'.

Controverse
Naast waarderende opmerkingen heeft het Opus Dei met een zekere regelmaat te maken met berichten in de media die spreken over het Opus Dei als conservatief, geheimzinnig en belust op politieke invloed en financiële macht. Met name de geheimzinnigheid spreekt velen tot de verbeelding. De Italiaanse publicist en kerkjournalist Vittorio Messori stelt in zijn boek over het Opus Dei vast: “Als de leden van het Opus Dei zijn wat ze voorgeven te zijn, betekent dat twee dingen. Op de eerste plaats dat degenen die hen persoonlijk kennen, weten dat zij van het Werk zijn. En op de tweede plaats dat het lidmaatschap hun gedrag niet wezenlijk verandert. Het zijn gewone vrouwen en mannen, doorsnee-christenen, en zo willen zij ook beschouwd worden, ontdaan van etiketten, zonder opvallend uiterlijk vertoon of publiek engagement.”

Boek van John Allen
De Amerikaanse journalist en vaticanist John Allen deed eveneens uitgebreid onderzoek naar het Opus Dei. In zijn boek Opus Dei gaat hij in op controverses die aan het Opus Dei kleven. De geheimzinnigheid is één van de acht 'vraagtekens' rond het Opus Dei die Allen behandelt. Allen concludeert in zijn boek dat de controverses over het algemeen op verkeerde beeldvorming en argwaan berusten. “In werkelijkheid zijn (..) naar mijn gevoel de zaken binnen Opus Dei niet zo slecht – of op z'n minst zijn de zaken veel beter dan soms wordt aangenomen.”

Opus Dei in Nederland
In 1959 vestigde de jonge priester Hermann Steinkamp zich in Amsterdam. Tot 1991 was hij regionaal vicaris van de prelatuur van het Opus Dei in Nederland. In 1961 kwamen er andere leden naar Nederland. Het eerste gemeenschappelijke initiatief, studentenhuis Leidenhoven in Amsterdam, ging dat jaar van start. Daarna volgden in Amsterdam andere centra voor jongeren en volwassenen, waaronder in 1968 studentenhuis Aenstal. Begin jaren 70 werd begonnen met centra in Utrecht (Lepelenburg en Hogeland) en begin jaren 80 in Maastricht (Den Eker en Koperwiek). In 1987 is in het Brabantse Moergestel het conferentieoord Zonnewende opgericht en de horecaopleiding Europrof. De activiteiten met een godsdienstige inhoud in Zonnewende zijn aan de prelatuur van het Opus Dei toevertrouwd.

Amsterdam
Gelovigen van het Opus Dei wonen verspreid over het land. De zetel van de prelatuur in Nederland is in Amsterdam. Regionaal vicaris Christian van der Ploeg is sinds 2008 hoofd van het Opus Dei in Nederland. Er zijn circa 150 leden en 300 actieve medewerkers.