De paus wordt na zijn overlijden enige dagen opgebaard en daarna, aansluitend op een uitvaartmis op het Sint-Pietersplein, in de crypte van de Sint-Pieter in de grond worden begraven ónder de plaats die ooit bezet werd door de tombe van de Zalige Johannes XXIII.

Opbaring
Rome is onder alle omstandigheden de plaats waar de Uitvaart van de Paus plaatsvindt, ook wanneer hij elders is overleden. Het lichaam van de paus wordt na zijn overlijden, gehuld in pontificale kleding, eerst opgebaard in de Sint-Pieter. Gedurende tenminste drie dagen schuift een onafzienbare stroom gelovigen langs de baar.

Uitvaartmis
De uitvaartmis vindt plaats op het Sint-Pietersplein, dat ruimte biedt aan 300.000 mensen. De meeste leden van het College van Kardinalen zijn dan in Rome aangekomen en wonen de liturgische viering bij. Er bestaat geen bijzondere Liturgie voor de begrafenis van een paus: de gebruikelijke uitvaartliturgie wordt gebruikt.

Driedubbele kist
In overeenstemming met de traditie wordt het lichaam van Johannes Paulus II neergelegd in een driedubbele kist. De eerste is van cypressenhout; hierin zal het lichaam rusten. De cypressenhoutenkist wordt geplaatst in een zinken kist, die vervolgens weer wordt geplaatst in een kist van massief eiken. In de kist worden zilveren medailles uit het pontificaat gelegd. Ook een op perkament geschreven biografie van Johannes Paulus II wordt in een loden houder bijgesloten.

Zijden sluier
Navarro-Valls haalde 5 april 2005 het ritueel naar voren, waarbij het gelaat van Johannes Paulus II zal worden bedekt met een zijden sluier. Dit zal juist voor het sluiten van de cypressenhoutenkist gebeuren. In antwoord op vragen van journalisten zei Navarro-Valls verder nog dat het lichaam van Johannes Paulus niet gebalsemd is.

Naar de crypte
Tijdens de dienst staat de gesloten kist met daarin het lichaam van de paus centraal op de verhoging voor de ingang van de Sint-Pieter. Op de kist ligt een evangelieboek als symbool voor het fundament van het geloof. Naast de kist staat een kandelaar met daarop een paaskaars: symbool van het licht van Pasen, symbool van de Verrijzenis. Na de dienst begeleiden de voorgangers in de liturgie en enkele naaste familieleden het lichaam van de paus verder naar de crypte onder de Sint-Pieter.

Deur van de dood
De crypte wordt bereikt via de zogenoemde Deur van de dood, linksvoor in de Basiliek. De deur is opgenomen in het grafmonument van paus Alexander VII (1655-1667). Het is een kunstwerk dat wordt toegeschreven aan Gian Lorenzo Bernini (1598-1680), die waarschijnlijk alleen het ontwerp maakte. Weergeven wordt de dood - een verguld skelet - die zich opricht en daarmee een breed tapijt optilt, waardoor de poort die toegang geeft tot de eeuwigheid wordt onthuld. Het skelet toont aan paus Alexander bovendien een zandloper om hem te herinneren aan zijn onvermijdelijke dood.

Graf
Johannes Paulus II zal als 148ste paus in de crypte van de Sint-Pieter in de grond worden begraven ónder de plaats die ooit bezet werd door de tombe van de Zalige Johannes XXIII. Dat heeft woordvoerder Joaquin Navarro-Valls op 5 april 2005 bekend gemaakt.

Schrijn
Johannes XXIII was de paus die in 1962 het Tweede Vaticaans Concilie bijeen riep. Zijn lichaam werd bij zijn dood in 1963 in een tombe in de crypte geplaatst. Toen Johannes Paulus II hem in 2000 zalig verklaarde, werd zijn stoffelijk overschot als eerbetoon in een schrijn in de basiliek geplaatst, bij een aan hem gewijd altaar. Dit eerbetoon is ook andere zalig en heilig verklaarde pausen ten deel gevallen.